Oefenles 6V

Oefenles 6V
Jullie krijgen zo dadelijk een quiz over de eindtermen. Hoe veel parate kennis heb jij van Het Goede Leven en de Vrije Markt?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefenles 6V
Jullie krijgen zo dadelijk een quiz over de eindtermen. Hoe veel parate kennis heb jij van Het Goede Leven en de Vrije Markt?

Slide 1 - Tekstslide

Welke dimensies onderscheidt de examenbundel?
A
arbeid, zin, lichaam, instituties, relaties
B
relaties, instituties, zin, markt, natuur
C
relaties, instituties, zin, lichaam, natuur
D
relaties, instituties, vrijheid, lichaam, natuur

Slide 2 - Quizvraag

Hoe noemt Cassirer de mens?
A
niet-vastgesteld dier
B
Übermensch
C
animal laborans
D
animal symbolicum

Slide 3 - Quizvraag

Waar geeft Nussbaum kritiek op als criterium voor het goede leven?

Slide 4 - Open vraag

Welke Griekse termen horen bij Aristoteles als hij het over het goede leven heeft? (eindterm 7)

Slide 5 - Woordweb

Waarom is volgens Aristoteles 'volkomen deugd' niet weggelegd voor de massa?

Slide 6 - Open vraag

Waar hecht de existentialist het meeste waarde aan?
A
hoogst-individuele authenticiteit
B
gewetensvrijheid
C
anti-burgerlijke religiositeit
D
rationele bepaling van plichten

Slide 7 - Quizvraag

Het opstellen van burgerrechten komt mede voort uit... (eindterm 15)
A
het afschaffen van het ancien regime
B
de protestantse religieuze levenservaring
C
de verheerlijking van arbeid
D
de opkomst van de vrije markt

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de drie nadelen van de vrije markt economie? (eindterm 23)
A
dehumanisering, uitputting van de arbeiders, ecologische uitputting
B
dehumanisering, transactionalisme, ecologische uitputting
C
arbeidsdeling, ecologische uitputting, financiële verstikking
D
dehumanisering, ecologische uitputting, financiële verstikking

Slide 9 - Quizvraag

In hun kritiek op het liberale mensbegrip verdedigen communitaristen... (eindterm 32)
A
een dunne moraal
B
een dikke moraal
C
het sociaal atomisme
D
hebzucht

Slide 10 - Quizvraag

Wat heeft volgens MacIntyre's deugdethiek een corrumperend effect?
A
external goods
B
internal goods
C
practice
D
deugden

Slide 11 - Quizvraag

Welke filosoof wil 6V in aankomend SE niet meer terugzien?

Slide 12 - Woordweb

Wie of wat is volgens Marx verantwoordelijk voor het creëren van een vals bewustzijn?
A
Adam Smith
B
bourgeoisie
C
onderbouw
D
bovenbouw

Slide 13 - Quizvraag

Welk begrip hoort thuis in de filosofie van Foucault? (eindterm 44)
A
macht
B
onderdrukking
C
normalisering
D
disciplinering

Slide 14 - Quizvraag

Door de invloed van de techniek (in de vorm van virtualisering) heeft de ontlijving van het lichaam plaatsgevonden. Wat betekent dit?

Slide 15 - Open vraag

Welk onderscheid maakt Hannah Arendt?
A
arbeiden, werken, leven
B
werken, wijn drinken, filosoferen
C
werken, contempleren, handelen
D
arbeiden, werken, handelen

Slide 16 - Quizvraag

De opvatting van de stoïcijnen is dat een levenshouding van ..... kan worden bereikt. Wat kan er worden bereikt?
A
apatheia
B
arete
C
epithumia
D
thymos

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de argumenten in het milieudebat geeft ook aandacht aan dieren?
A
actueel antropologisch
B
intergenerationeel
C
geen lijden toebrengen aan wat kan lijden
D
intrinsieke waarde

Slide 18 - Quizvraag

Welk begrip van de techniekfilosofie van Heidegger vind je het lastigste?
A
aletheia
B
gestel
C
physis
D
dasein

Slide 19 - Quizvraag

Met welke benadering biedt Latour een alternatief voor het subject-object schema?
A
radicaal empirische ervaring
B
radicaal authentieke levenservaring
C
radicaal fundamentalisme
D
radicaal milieu-activisme

Slide 20 - Quizvraag

Welke drie levensbeschouwingen onderscheidt Taylor in zijn Nova-effect?

Slide 21 - Open vraag

Bij welke filosoof hoort het begrip agapè-liefde?
A
Latour
B
Nietzsche
C
Camus
D
Taylor

Slide 22 - Quizvraag

Over welk onderwerp of welke filosoof heb je gemist in deze quiz?

Slide 23 - Woordweb