DNA diagnostische toets A5 transcriptie
Als er in een gen transcriptie plaatsvindt, gebeurt dit tegelijk langs beide ketens van het DNA.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 10
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Als er in een gen transcriptie plaatsvindt, gebeurt dit tegelijk langs beide ketens van het DNA.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quizvraag
Transcriptie vindt plaats in die delen van het DNA, waar de beide nucleotideketens een dubbele spiraal vormen
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Begin en einde van transcriptie worden veroorzaakt door specifieke volgorden van stikstofbasen in een DNA-molecuul
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Bij prokaryoten bindt RNA-polymerase aan de promotor als daar ook transcriptiefactoren gebonden zijn
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Een RNA-keten ontstaat in de 5' naar 3' richting langs een DNA-keten
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
In één gen kunnen mRNA-, rRNA- en t-RNA moleculen worden gevormd
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Bij prokaryoten kan het aflezen van mRNA al beginnen tijdens de synthese
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
In een gen zijn 7 exons. Na transcriptie ontstaat er door splicing 1 mRNA molecuul dat wordt vertaald in 1 eiwit
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
In een gen zijn 7 exons. Na transcriptie kunnen door alternative splicing meerdere mRNA's ontstaan die worden vertaald in 1 eiwit
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Introns bestaan uit niet coderend DNA
A
waar
B
niet waar
