In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De Nederlandse woorden voor koe, melk en eten
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de Nederlandse woorden voor koe, melk en eten benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.
Wat weet je al over koe, melk en eten?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 1: Koe
Een koe is een groot dier dat vaak op boerderijen wordt gehouden. Koeien geven melk en worden ook gebruikt voor vlees.
Slide 4 - Tekstslide
Toon een afbeelding van een koe op het bord. Vraag de leerlingen om te delen wat ze weten over koeien.
Slide 2: Melk
Melk is een witte vloeistof die uit de uiers van een koe komt. Het is een belangrijk onderdeel van ons dieet en wordt gebruikt om zuivelproducten zoals kaas en yoghurt te maken.
Slide 5 - Tekstslide
Toon een afbeelding van een glas melk op het bord. Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van voedingsmiddelen die van melk worden gemaakt.
Slide 3: Eten
Eten is alles wat we consumeren om ons lichaam energie te geven. Het kan bestaan uit verschillende soorten voedsel zoals granen, groenten, fruit, vlees en zuivelproducten.
Slide 6 - Tekstslide
Toon een afbeelding van verschillende soorten voedsel op het bord. Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van voedingsmiddelen die ze lekker vinden.
Slide 4: Woordenschat
Koe = cow, Melk = milk, Eten = food
Slide 7 - Tekstslide
Laat de leerlingen de Engelse vertalingen van de Nederlandse woorden opschrijven in hun notitieboeken.
Slide 5: Oefening 1
Koppel de Nederlandse woorden aan de juiste Engelse vertaling: Koe - Cow, Melk - Milk, Eten - Food
Slide 8 - Tekstslide
Verdeel de klas in groepen. Geef elke groep een lijst met Nederlandse woorden en vraag hen om de juiste Engelse vertalingen te vinden. Bespreek de antwoorden als een klas.
Slide 6: Oefening 2
Vul de ontbrekende Nederlandse woorden in: Een glas _____, Een groot dier dat melk geeft is een _____.
Slide 9 - Tekstslide
Geef de leerlingen de opdracht om de juiste Nederlandse woorden in te vullen. Bespreek de antwoorden als een klas.
Slide 7: Spel
Speel een spel waarbij leerlingen vragen moeten beantwoorden over koe, melk en eten. Gebruik een beloningssysteem om het spannend te maken.
Slide 10 - Tekstslide
Bereid een lijst met vragen voor over de onderwerpen van de les. Geef punten aan de leerlingen voor elk correct antwoord en beloon de winnaars met kleine prijzen.
Slide 8: Samenvatting
Nu weet je dat een koe een groot dier is dat melk geeft, melk een witte vloeistof is die uit de uiers van een koe komt en eten alles is wat we consumeren om ons lichaam energie te geven.
Slide 11 - Tekstslide
Herhaal de belangrijkste punten van de les en vraag de leerlingen om vragen te stellen als er iets niet duidelijk is.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.