In teksten is er tussen woorden, zinnen en alinea's een verband. Ze hebben iets met elkaar te maken. .
Deze les gaan we de volgende tekstverbanden leren:
1. Opsommend tekstverband
2. Tegenstellend tekstverband
3. Tijdsvolgorde (chronologisch tekstverband)
4. Concluderend tekstverband
Je herkent ze aan de signaalwoorden. Dat zijn woorden die de schrijver gebruikt om dit tekstverband aan te geven
Voor een overzicht van alle tekstverbanden die je moet kennen --> blz. 132 in je werkboek