10.3 versnelde beweging

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kennen en kunnen (wat gaan we doen).
  • Formule: s = v(gem) x t
  • Formule: v(gem) = (v(begin) + v(eind)) : 2
  • Formule: v(eind) = v(begin) + a x t
  • Formule:  a = (v(eind) - v(begin)) : t
  • Wat is een eenparig versnelde beweging?
  • Hoe teken je een vt-diagram van een versnelde beweging?
  • Hoe teken je een st-diagram van een versnelde beweging?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Felix Baumgartner
Je zag net een filmpje van Felix Baumgartner die in 2012 een recordpoging deed om de geluidsbarriere te doorbreken. Deze poging was succesvol. 

Hij sprong hierbij van 39,045 km naar beneden. In de vrije val, die 4 minuten en 19 seconden duurde, behaalde hij als gevolg van de ijle lucht een recordsnelheid van 1357 km/h

Slide 4 - Tekstslide

Reken om: 39,045 km = ... m

Slide 5 - Woordweb

Reken om: 4 minuten en 19 seconden = ... seconden

Slide 6 - Woordweb

Zoek op in BINAS,
de formule voor afstand.

Slide 7 - Woordweb

Verander de formule van afstand in een formule voor gemiddelde snelheid.

Slide 8 - Woordweb

Reken uit de gemiddelde snelheid als:
de afstand 39045 meter is
en de tijd 259 seconden

Slide 9 - Woordweb

Reken uit de eindsnelheid als de gemiddelde snelheid 150,75 m/s is (ga uit van een beginsnelheid van 0 m/s)

Slide 10 - Woordweb

Km/h naar m/s

1375 km/h, hoeveel meter legt Felix dan af per seconde?


1375 km/h betkent dat hij in 1 uur (3600 s) 1375 km aflegt, dit is 1375 000 m.

v = s/t = 1375000 : 3600 = 381,9 m/s

(je mag ook de rekentruk gebruiken)


Slide 11 - Tekstslide

Snel
381,94 meter per seconde. 

Dus dat is (ongeveer) vanaf hier naar de deka in 1 seconde. (Wel via het schoolpleinhek en het zebrapad.)

Dat is snel. Dan zou je iedere grote pauze wel 900 keer heen en weer kunnen lopen

Slide 12 - Tekstslide

Zwaartekracht
Een vallend voorwerp op aarde heeft altijd een valversnelling van ongeveer 10 m/s2.  

Dit is de zwaartekrachtversnelling die aan ieder voorwerp trekt. 
Door deze versnelling wordt iedere kilogram met 10 N naar de aarde getrokken (= zwaartekracht), maar door deze versnelling wordt je snelheid in het luchtledige bij vallen ook iedere seconde 10 m/s sneller.

Slide 13 - Tekstslide

Zwaartekracht en valversnelling
Zwaartekracht = massa x valversnelling

Fz = m x g 

Fz: zwaartekracht in N
m: massa in kg
g: gravitatiekracht (engelse gravity) 10 m/s2

Slide 14 - Tekstslide

Snelheid
De gemiddelde snelheid bereken je door de afstand te delen door de tijd. 

Vgem= s/t 

s = afstand in meter
t = tijd in seconde

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid =afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Dat het een snelheid is die gerekend is over een bepaalde afstand en tijd.

Slide 17 - Quizvraag

Henk fietst 40 kilometer in 2,5 uur. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
A
16 km/h
B
20 km/h
C
18 km/h
D
14 km/h

Slide 18 - Quizvraag

Je fietst 7 km in 0,5 uur. Wat is je gemiddelde snelheid?
A
3,5 km / h
B
3,9 m / s
C
14 km / h
D
iets anders

Slide 19 - Quizvraag

Reken de duur (tijd) van de fietstocht uit:

Fietsroute: 24 kilometer lang
Gemiddelde snelheid: 12 kilometer per uur

A
2 uur
B
20 minuten
C
3 uur
D
30 minuten

Slide 20 - Quizvraag

Na de start bereikt de TGV (hoge snelheids trein) in 3 minuten een snelheid van 88,3 m/s.

Bereken de gemiddelde snelheid in m/s
A
29,4 m/s
B
264,9 m/s
C
44,2 m/s

Slide 21 - Quizvraag

Een schaatser sprint de 500 meter in 35 seconden. Was is zijn gemiddelde snelheid in km/h ongeveer?
A
14 km/h
B
51 km/h
C
35 km/h
D
26 km/h

Slide 22 - Quizvraag

Je woont 3 km van school, je fietst er 10 minuten over. Wat is je gemiddelde snelheid in km/u ?
A
30 km/u
B
18 km/u
C
Geen idee
D
Ander antwoord

Slide 23 - Quizvraag

Versnelde beweging

Slide 24 - Tekstslide

Eenparige beweging

Slide 25 - Tekstslide

Vertraagde beweging

Slide 26 - Tekstslide

Afstand-tijd diagram

Slide 27 - Tekstslide

Bekijk de grafieken goed.

Slide 28 - Tekstslide

Welke grafiek(en) horen bij een eenparige beweging?
A
A en C
B
A en D
C
B en D
D
B en C

Slide 29 - Quizvraag

Eenparig versneld of vertraagd

a = een versnelling of vertraging

Ve = Snelheid eind

Vb = Snelheid begin


Vgem = gemiddelde snelheid bij een versnelling of vertraging.

a=tVeVb
Vgem=2Ve+Vb

Slide 30 - Tekstslide

Kennen en kunnen (wat gaan we doen).
  • Formule: s = v(gem) x t
  • Formule: v(gem) = (v(begin) + v(eind)) : 2
  • Formule: v(eind) = v(begin) + a x t
  • Formule:  a = (v(eind) - v(begin)) : t
  • Wat is een eenparig versnelde beweging?
  • Hoe teken je een vt-diagram van een versnelde beweging?
  • Hoe teken je een st-diagram van een versnelde beweging?

Slide 31 - Tekstslide

Maak nu § 10.3     (HW = § 10.3)
Maak § 10.3

Slide 32 - Tekstslide