VRE/IBO Cap 3 - les 3 + deel van 4 (2023)

¡Bienvenidos a la clase de hoy!
T1E - señora Van den Boomen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a la clase de hoy!
T1E - señora Van den Boomen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





¡Escribe la fecha en tu cuaderno!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo estás hoy?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Objetivos de hoy
- describir dónde vives

-describir tu casa/piso

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan de clase
  • corregir los deberes 
  • Fuente J: los adjetivos
  • jugar quizlet live
  • hacer los deberes 

Slide 5 - Tekstslide

Les in twee delen 
Corregir los deberes
Ej. 2 - 8

Las respuestas están en GC.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LOS ADJETIVOS

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Ya conocen adjetivos
en español?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Los adjetivos 
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡A trabajar!
1. Bekijk het filmpje op GC
2. Bestudeer Fuente J (p. 13)
3. Maak de opdracht op GC
timer
12:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Bienvenidos a la clase de hoy!
T1E - señora Van den Boomen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





¡Escribe la fecha en tu cuaderno!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan de clase
  • repaso: los adjetivos
  • ¿Cómo es tu casa?
  • hacer los deberes 

Slide 14 - Tekstslide

Les in twee delen 
1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het  bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een 
-e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
        la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. La casa ............................
2. Los estudiantes................
3. La mochila.....................
4. Las profesoras...................
5. El estuche................................
6. Los libros ....................
bonitos
bonita
negra
azul
inteligentes
simpáticas

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de meervouden:
la ciudad
el libro
la profesora

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zinnen in het meervoud zetten
Regels:
1. bijvoeglijk naamwoord: klinker + s / medeklinker + es 
2. vergeet niet het lidwoord aan te passen (el - los / la -las)
3. vergeet niet om ook het werkwoord aan te passen!
Voorbeeld:
El libro es bonito. - Los libros son bonitos.
(Het boek is mooi. -De boeken zijn mooi.)


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de zinnen in het meervoud.
1. El coche es ... (blauw).
2. La película es ... (saai).

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Objetivos de hoy
- describir dónde vives

-describir tu casa/piso

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Te acuerdas del verbo vivir?

Vivo en un piso moderno.
Vivimos en una ciudad muy grande.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

en la costa
en las afueras
en la ciudad
en la montaña
en el campo
en un barrio
junto al río
en un pueblo
en el centro

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vamos a leer
fuente H
ejercicio 22


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fuente H- Hacer ejercicio 22b + 23ab
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Mi casa su casa!

¿Cómo es esta casa?

¿Qué tiene?
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deberes
  • Ejercicios 9, 10, 11, 16, 17, 18
  • Quizlet: 3.2 y 3.3
  • Estudiar fuente D y fuente E

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Jugamos QuizletLive!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies