KTH1A 20 W22 2. S

Einen schönen guten Tag KTH1A!
Heute ist Freitag den 29. Mai!
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Einen schönen guten Tag KTH1A!
Heute ist Freitag den 29. Mai!

Slide 1 - Tekstslide

Willkommen in dieser Stunde.
 
Na dit uur weet je of je:
*  het werkwoord möchten goed kunt toepassen
*  weet wanneer je am, im of um moet gebruiken
* de woordjes van dit hoofdstuk  goed genoeg kent

In dit uur ga je:
oefenen met luitsteren
oefenen met woorden

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent het werkwoord "möchten"?

Slide 3 - Open vraag

sleepvraag
sleep de juiste vervoeging achter het juiste pers. vnw

Slide 4 - Tekstslide

du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
ich
möchtest
möchte
möchten
mochten
mochte
möchte
möchten
möchtet

Slide 5 - Sleepvraag

invuloefening
Er volgen een aantal zinnen. 
Kies steeds het juiste woord dat in de zin past.

Slide 6 - Tekstslide

Ihr (möchten) ..... lieber Pommes essen.
A
möchte
B
möchtest
C
möchten
D
möchtet

Slide 7 - Quizvraag

möchten
______ er in die Disko gehen?
A
möcht
B
möchtet
C
möchte
D
möchten

Slide 8 - Quizvraag

...........(möchten) Jan und Sem mit dem Bus fahren?
A
möchte
B
möchtest
C
möchten
D
möchtet

Slide 9 - Quizvraag

Was (möchten) du für ein Geschenk haben?
A
möchten
B
möchtet
C
magt
D
möchtest

Slide 10 - Quizvraag

Er (möchten) mit Tim zusammen spielen.
A
möchten
B
möchtet
C
möchte
D
möchtest

Slide 11 - Quizvraag

Ich ________in die Disko gehen.
A
möchte
B
machte
C
möchten
D
möcht

Slide 12 - Quizvraag

Sabine ....... diesen Sommer nach Deutschland.
A
möchte
B
möchtest
C
möchten
D
möchtet

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel vragen had je net goed?
A
7 vragen goed
B
6 vragen goed
C
5 vragen goed
D
1-4 vragen goed

Slide 14 - Quizvraag

Was je antwoord op de vorige vraag A of B?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

differentiatie
Heb je op de laatste vraag :
A ingevuld, dan maak je de paarse opdrachten (uitdaging)
 B ingevuld, dan maak je de blauw opdrachten (extra oefenen)

(Daarna ga je in beide gevallen weer verder met de groene opdrachten/slides)

Slide 16 - Tekstslide

Vervoeg nu zelf het werkwoord - möchten-:
ich
du
er/sie/es
(enz)

Slide 17 - Open vraag

opfrissen kennis
Weet je nog hoe het zat met de werkwoorden regnen, öffnen, rechnen, atmnen?

Slide 18 - Tekstslide

Vervoeg nu zelf het werkwoord rechnen:
ich
du
er/sie/es
(enz)

Slide 19 - Open vraag

im  - am - um

dagen van de week

seizoenen

tijdstip

maanden

Slide 20 - Tekstslide

Vul aan: im, am of um

Als je wilt zeggen in welke maand of seizoen iets gebeurt,
dan gebruik je:

Slide 21 - Open vraag

Vul aan: im, am of um
Als je wilt zeggen op welke datum (dag van de week, dagdeel, datum) iets gebeurt, dan gebruik je ....

Slide 22 - Open vraag

Vul aan: im, am of um

Als je wilt zeggen om hoe laat (tjidstip) iets gebeurt, dan gebruik je :

Slide 23 - Open vraag

Jetzt üben wir!
Macht  folgenden Aufgaben:

Slide 24 - Tekstslide

...... ersten Juli habe ich Geburtstag
A
Um
B
Im
C
Am

Slide 25 - Quizvraag

...... Januar ist es kalt.
A
Im
B
Um
C
Am

Slide 26 - Quizvraag

Ich habe einen Termin beim Zahnarzt .............. 3. April 2020.
A
am
B
im
C
um
D
von.....bis

Slide 27 - Quizvraag

.....Viertel vor 8 bin ich zu Hause
A
Am
B
Um
C
Im

Slide 28 - Quizvraag

Wir fahren wahrscheinlich .......... Juni in die Türkei.
A
am
B
im
C
um
D
von...bis

Slide 29 - Quizvraag

vertaal: op 15 november
A
um 15. November
B
im 15. November
C
den 15. November
D
am 15. November

Slide 30 - Quizvraag

Wann beginnt die Schule?
A
Die Schule beginnt im 8.15
B
Die Schule beginnt um 8.15
C
Die Schule beginnt am 8.15

Slide 31 - Quizvraag

Luisteren
Open onderstaande link in een andere browser.
Dan kun je de de vragen beantwoorden terwijl je luistert.

https://www.wdrmaus.de/filme/sachgeschichten/voltigieren.php5

Slide 32 - Tekstslide

Van welk materiaal is het oefenpaard gemaakt?
A
IJzer
B
Steen
C
Plastic
D
Hout

Slide 33 - Quizvraag

Wanneer heeft de presentator ook gegaloppeert?
A
Vroeger bij het spelen.
B
Vroeger op een pony.
C
Nog nooit.
D
Alleen nu.

Slide 34 - Quizvraag

Op welk paard komt hij makkelijker?
A
Op het oefenpaard, is 50 cm kleiner.
B
Op het echte paard, door mee galopperen.

Slide 35 - Quizvraag

Hoe heet het echte paard?

Slide 36 - Open vraag

woordjes geleerd? 
Ga naar Quizlet live en laat zien wat je al weet: 

de link (2x) komen in de volgende slide.
Lektion 1 & 2
Lektion 4 & 5

 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link

Hausaufgaben:
Vorbereiten:
A
lles wat je nog niet goed begreep van hoofdstuk 3 (kun je vragen stellen/beantwoorden)

Machen:
Kapitel 3  Lektion 6 Aufgabe 3, 4 und 5
Volgende week woensdag je mondeling ingeleverd hebben anders komt er een 1 te staan.

Lernen/Kennen:
Lernbox 5 (2. Mal) +
wiederholen Lernbox 3 (helemaal)

Slide 40 - Tekstslide

Dank voor je aandacht en graag tot volgende week!
Blijf de woordjes en zinnen bijhouden met leren. 
De link van deze les staat straks in de klas bij LessonUp. Dan kan je de les nog eens inzien en bekijken waarin je jezelf nog kan verbeteren. 
Heel veel succes met alles en blijf vooral gezond! 
Het huiswerk voor de volgende keer staat aan einde van de dag in Magister. 

Slide 41 - Tekstslide