Les 3 eiwitvouwing

Practicum bespreking
Wat hebben we gedaan?
Wat hebben we waargenomen?
Hoe werkt het?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Practicum bespreking
Wat hebben we gedaan?
Wat hebben we waargenomen?
Hoe werkt het?

Slide 1 - Tekstslide

We hebben aminozuren gescheiden met dunne laag chromatografie. 
We hebben de aminozuren een kleurtje gegeven en gekeken of de karakteristieke groepen van de aminozuren affiniteit hadden met de stationaire fase.

Verschillende kleuren met verschillende Rf-waarden. 

Vandaag
Verder met eiwitten:
Verschillende eiwit structuren:
  • Primaire structuur
  • Secundaire structuur
  • Tertiaire structuur
Eiwitvouwing 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • De leerling kan de primaire eiwitstructuur herkennen en beschrijven.
  • De leerling kan de secundaire eiwitstructuur herkennen en beschrijven.
  • De leerling kan de tertiaire eiwitstructuur herkennen en beschrijven. 
  • De leerling kan de vouwing van een eiwit deels verklaren op microniveau a.d.h.v. secundaire of primaire structuur. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire structuur
Structuur op moleculair niveau.
Deze structuur focust zich op de aminozuur volgorde (sequentie). 
Soms 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primaire structuur
Vaak laat met niet eens de moleculen zien maar alleen de afkortingen van de aminozuren of de lettervolgorde (Zie BINAS 67C). 
 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de lettervolgorde van deze aminozuursequentie. Geef tussen elk een aminozuur een streepje als binding weer.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire structuur
Bij de secundaire structuur kijken we niet meer naar de aminozuren zelf, maar meer de structuur die een groep aminozuren,  een polypeptide, aanneemt. 
De twee structuren die je moet kennen:
  1. alpha helix
  2. bèta plaat

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire structuur: aplha helix
  • Structuur als een wenteltrap. 
  • Spiraalvorm komt door waterstofbruggen tussen de N-H en C=O van de uiteinden van de aminozuren. 
  • Ook zijkentens van sommige aminozuren kunnen onderlinge bindingen vormen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bindingen in alpahelix
  • Waterstofbruggen.
  • Zwavelbruggen (In het geval van Cysteïne).  

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secundaire structuur: aplha helix

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bèta plaat

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bèta-plaat
Geen spiraal maar een plaat. 
Ook hier samen klontering door onderlinge waterstofbruggen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke secundaire structuren zien we, en waar?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom deze vormen?
Door de vele verschillende mogelijkheden in groepen, conformeren de aminozuurstrengen zich zo, dat ze zoveel mogelijk energie kwijt kunnen in onderlinge dipool-dipool, ion-dipool, zwavelbruggen of waterstofbruggen. 
Op deze manier zijn de aminozuren in het eiwit in een zo laag mogelijke energie toestand. Daarom worden deze vormen aangenomen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tertiaire structuur
In de tertiaire structuur van een eiwit kijken we naar hoe verschillende groepen aminozuren interactie hebben. 
Hierdoor kunnen we iets zeggen over de plaats of de werking van het eiwit.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien we?

Slide 17 - Tekstslide

Celwand, alpha helix. active site

 prenyl transferase

Wat kunnen we zeggen over de buitenkant van deze helices?
Bindingen in een eiwit
Covalente bindingen (S-bruggen)
Waterstofbruggen (H-Bruggen)
Dipool-Dipool bindingen (tussen polaire groepen in polaire aminozuren.
Deze bindingen zorgen voor de verschillende structuren in een eiwit. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Maak je sommen en stel mij vragen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitdenaturatie
Denaturatie is het proces 
waarbij de natieve eigenschappen 
van het molecuul veranderen.

Eiwitdenaturatie het proces 
dat de tertiaire of secundaire structuur van de eiwitten verliest.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denaturatie
Veranderen van de structuur van een eiwit:
temperatuur verhogen
pH te verlagen (zuurgraad)

Waterstofbruggen en zwavelbruggen worden dan verbroken, waardoor het opgerolde eiwitmolecuul zich ontvouwt




Slide 21 - Tekstslide

Een gedenatureerd eiwit neemt meestal een andere ruimtelijke structuur aan nadat de pH of temperatuur weer normaal zijn geworden.
Om de structuur van een eiwit intact te houden is de pH-waarde belangrijk. Welke structuur verandert er bij verschillende pH-waarden?
A
primaire
B
secundaire
C
tertiaire
D
quarternaire

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De karakteristieke
binding in dit
eiwit is de ...
A
atoombinding
B
vanderwaalsbinding
C
peptidebinding
D
waterstofbrug

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit polymeer is
een eiwit.
Eiwitten zijn
opgebouwd uit ...
A
vetzuren
B
koolhydraten
C
vetten
D
aminozuren

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies