WORDS BRIDGING THE GAP 3H ST. ST. 7THE ED.
1 / 40
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
verkennen
A
to arrive
B
to explore
Slide 2 - Quizvraag
buitenland
A
border
B
abroad
Slide 3 - Quizvraag
kaartje enkele reis
A
return ticket
B
single ticket
Slide 4 - Quizvraag
(regen)bui
A
shower
B
hurricane
Slide 5 - Quizvraag
hittegolf
A
heatwave
B
lightning
Slide 6 - Quizvraag
ziekte
A
fever
B
disease
Slide 7 - Quizvraag
herstellen
A
to recover
B
to faint
Slide 8 - Quizvraag
slechter voelen
A
to have a temperature
B
to feel worse
Slide 9 - Quizvraag
huisarts
A
dentist
B
GP (General practitioner)
Slide 10 - Quizvraag
Translate into English:
recept
recept
Slide 11 - Open vraag
Translate into English:
zere keel
zere keel
Slide 12 - Open vraag
Translate into English:
onderzoeken
onderzoeken
Slide 13 - Open vraag
Translate into English:
de griep hebben
de griep hebben
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Open vraag
Translate into English:
afspraak
afspraak
Slide 16 - Open vraag
Translate into English:
behandelen
behandelen
Slide 17 - Open vraag
Translate into English:
meten
meten
Slide 18 - Open vraag
Translate into English:
publiek
publiek
Slide 19 - Open vraag
Translate into English:
doorbraak
doorbraak
Slide 20 - Open vraag
Translate into English:
rolbezetting
rolbezetting
Slide 21 - Open vraag
Translate into English:
rolbezetting
rolbezetting
A
to star
B
cast
Slide 22 - Quizvraag
Translate into English:
optreden
optreden
A
performance
B
(to) rehearse
Slide 23 - Quizvraag
Translate into English:
achter de coulisse
achter de coulisse
A
backstage
B
prop
Slide 24 - Quizvraag
Translate into English:
betoverend/schitterend
betoverend/schitterend
A
shiny
B
glamorous
Slide 25 - Quizvraag
Translate into English:
reclame
reclame
A
breaking news
B
commercial
Slide 26 - Quizvraag
Translate into English:
beroemdheid
beroemdheid
Slide 27 - Open vraag
Translate into English:
(kranten) kop
(kranten) kop
Slide 28 - Open vraag
Translate into English:
nieuwsonderwerp
nieuwsonderwerp
Slide 29 - Open vraag
Translate into English:
verslaggever
verslaggever
Slide 30 - Open vraag
Translate into English:
uitzenden
uitzenden
Slide 31 - Open vraag
Translate into English:
met in de hoofdrol
met in de hoofdrol
Slide 32 - Open vraag
Translate into English:
vrijetijd
vrijetijd
Slide 33 - Open vraag
Translate into English:
bijwonen
bijwonen
Slide 34 - Open vraag
Translate into English:
inhalen
inhalen
Slide 35 - Open vraag
Translate into English:
naar uitzien
naar uitzien
Slide 36 - Open vraag
Translate into English:
een fiets huren
een fiets huren
Slide 37 - Open vraag
Translate into English:
bowlingbaan
bowlingbaan
Slide 38 - Open vraag
Translate into English:
plezier hebben
plezier hebben
A
to keep in touch
B
to have a blast
Slide 39 - Quizvraag
Translate into English:
kermis
kermis
A
county fair
B
flea market
