Koolstofchemie vwo 3 vervolg

Naamgeving koolstofchemie 
Log alvast in op de LessonUp!
Pak je schrift + aantekeningblad koolstofchemie erbij!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Naamgeving koolstofchemie 
Log alvast in op de LessonUp!
Pak je schrift + aantekeningblad koolstofchemie erbij!

Slide 1 - Tekstslide

Naamgeving koolstofchemie
Stappenplan:
  1. Zoek en benoem de langste aaneengesloten koolstofketen. Dit is de stamnaam (hoofdketen).
  2. Zoek en benoem de zijgroepen
  3. Geef de zijgroepen plaatsnummers (tel vanaf kant met laagste plaatsnummer) en geef telwoorden (hoe vaak komt dezelfde groep voor).

Slide 2 - Tekstslide

Stamnaam
Een molecuul heeft altijd een hoofdketen.
Dit is de langst mogelijke rij koolstofatomen.
Het aantal koolstofatomen en de soort bindingen
bepaalt de stamnaam van het molecuul.

Slide 3 - Tekstslide

Alkylgroepen
  • Een koolstofketen als zijgroep noem je een alkylgroep.
  • Aantal C van zijgroep krijgt zelfde stamnaam als in hoofdketen, en eindigt op -yl.
  • Alkylgroep komt voor de naam van de hoofdketen.
  • Voorbeeld: (2-)methylbutaan.
  • In dit geval kun je het cijfer 2 weglaten, omdat de 
methylgroep alleen op C2 kan zitten.

Slide 4 - Tekstslide


Geef de naam van deze structuurformule

Slide 5 - Tekstslide

Teken (voor jezelf) C4H10
Doe dit in je schrift

Slide 6 - Tekstslide

Isomeren
  • Isomeren hebben dezelfde molecuulformule,
    maar een andere structuurformule.
  • Verschillende structuurformule = andere stofeigenschappen.
  • Niet verwarren met isotopen!
  • Vb: butaan en methylpropaan (C4H10).

Slide 7 - Tekstslide

Teken de 5 isomeren van C6H10 en benoem ze.

Slide 8 - Open vraag

Halogenen
Halogenen kunnen ook de "plek" van een waterstofatoom in nemen.

Slide 9 - Tekstslide

Halogeenverbindingen
  • Halogenen zijn altijd een voorvoegsel (Staat in de Binas bij achtervoegsel ook geen)
  • Naam is het halogeen met daarbij aan welk C-atoom het vast zit:
  • Vb: 1,2-dichloorethaan 

Slide 10 - Tekstslide

Geef de namen van de (halogeen)alkanen

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de juiste systematische naam voor:

A
4-Broom-6-fluor-6-jood-4- ethylhexaan
B
3-Broom-1 fluor-1-jood-3- ethylhexaan
C
3-Broom-1 fluor-1-jood-3- butylpentaan
D
3-Broom-1-fluor-1-jood-3-propylpentaan

Slide 12 - Quizvraag

Alkanolen

Slide 13 - Tekstslide

NAAMGEVING:
De naam van een alkanol krijg je door achter de stamnaam het achtervoegsel -ol te zetten

methanol
 


ethanol

Slide 14 - Tekstslide

Bij propaan kan de hydroxylgroep aan het eerste of het tweede C-atoom zitten. Dit geef je aan met een nummer:


propaan-1-ol
 


propaan-2-ol

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de systematische naam van
deze structuurformule?

Slide 16 - Open vraag

hoe heet deze?
A
butaan-oh
B
butol
C
butaan-2-ol
D
butaan-3-ol

Slide 17 - Quizvraag

Carbonzuren
Ethaan
Eth = 2 C
-aan = enkele bindingen tussen C's
Ethaanzuur
zuur = COOH-groep
Molecuulformule ethaanzuur = CH3COOH

Slide 18 - Tekstslide

Teken de structuur van propaanzuur

Slide 19 - Open vraag