week 5 AFP

AFP
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

AFP

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Geslacht

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn geslachtskenmerken?

Slide 4 - Open vraag

Primaire geslachtskenmerken

Slide 5 - Woordweb

secundaire geslachtskenmerken

Slide 6 - Woordweb

geslachtskenmerken

Slide 7 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken zijn kenmerken die zich later pas ontwikkelen.
Tijdens de puberteit. 

Je kan de verschillen goed zien in de vorige afbeelding

Secundaire geslachtskenmerken voor een man ; gespierdere lichaamsbouw, haar groei, lagere stem
Secundaire geslachtskenmeren voor een vrouw ; rondere lichaamsvormen, borsten en bredere heupen

Slide 8 - Tekstslide

wat is bij mannen een primair geslachtkenmerk?
A
haargroei onder de oksels
B
de penis
C
balzak
D
baardgroei

Slide 9 - Quizvraag

zijn de borsten van de vrouw ....
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtkenmerken
C
geen geslachtskenmerken

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke mannelijke geslachtsorganen ken je?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer is de eicel bevrucht?
A
Als de eisprong is geweest
B
Als de vrouw een orgasme heeft gehad
C
Als de kern van de zaadcel met de kern van de eicel is versmolten

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noemen we de geslachtscellen van de vrouw?
A
eicel
B
zaadcel
C
lichaamscel
D
baarmoeder

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we de geslachtscellen van de man?
A
eicel
B
zaadcel
C
lichaamscel

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Vlak voor de ovulatie (ei sprong)
D
Vlak na de ovulatie (ei sprong)

Slide 25 - Quizvraag

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk 
Maak de opdrachten van de licentie

Slide 28 - Tekstslide