2.2 Het hart

Transport
Het hart
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Transport
Het hart

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van een hart noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt de werking van het hart beschrijven en de relatie tussen bouw en werking uitleggen.

Slide 4 - Tekstslide

De bouw van het hart

Slide 5 - Tekstslide

De bouw van het hart

Slide 6 - Tekstslide

Hartinfarct 
  • Vernauwing/verstopping kransslagaders
  • Hartweefsel krijgt geen zuurstof meer en sterft af
  • Oplossing: 
  1. dotteren 
  2. bypass 

Slide 7 - Tekstslide

hartinfarct... 
1
2
3

Slide 8 - Tekstslide

De werking van het hart






Systole = samentrekken                       Diastole = ontspannen

Slide 9 - Tekstslide

diastole - systole boezems - systole kamers

Slide 10 - Tekstslide

Hartslagfrequentie (Binas 84D1)

Slide 11 - Tekstslide

84D2

Slide 12 - Tekstslide

84D3

Slide 13 - Tekstslide

Hartslagfrequentie
sinusknoop wordt beinvloed door:
  • het autonome zenuwstelsel(binas 88L)
  • het hormoonstelsel (binas 89A)
  • lichaamstemperatuur

Slide 14 - Tekstslide

Werking van het hart
ECG

Slide 15 - Tekstslide


Vernauwing
Bij een bepaalde persoon bevindt zich een vernauwing in een kransslagader.
- Leg uit wat het directe gevolg van deze vernauwing is voor de werking van het hart.

Slide 16 - Open vraag


Artsen spreken niet meer van hartritmestoornissen maar van hartfalen als ook de samentrekking van de hartspiercellen niet meer synchroon verloopt. Het hart pompt dan niet efficiënt. Kleppen staan open als ze dicht moeten zijn.
- Leg in twee stappen uit waardoor het hart inefficiënt werkt als de hartkleppen openstaan terwijl ze dicht moeten zijn.

Slide 17 - Open vraag

Een patiënt die kortademig is, heeft een verhoogde ademfrequentie. 3p 13 Leg uit hoe een vernauwing van het hart indirect leidt tot een verhoogde ademfrequentie.

Slide 18 - Open vraag

Huiswerk
Leren en maken: 2.1 en 2.2.

Slide 19 - Tekstslide