Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
De tegenwoordige tijd
Grammatica
Aan het eind van de les weet je wanneer je een t gebruikt in de tegenwoordige tijd.
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica
Aan het eind van de les weet je wanneer je een t gebruikt in de tegenwoordige tijd.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Wat is de stam?
Slide 4 - Open vraag
Wanneer schrijf je een -t achter de stam in de tegenwoordige tijd?
A
Bij jij/hij en zij.
B
Altijd.
C
Bij ik
D
nooit
Slide 5 - Quizvraag
Dus:
Jij speelt
hij pakt
zij roept
Slide 6 - Tekstslide
Wanneer schrijf je geen t bij jij?
A
Als het werkwoord voor jij staat.
B
Nooit
C
Altijd
D
Als het werkwoord achter jij/hij/zij staat.
Slide 7 - Quizvraag
Dus
speel jij?
pak jij?
roep jij?
Slide 8 - Tekstslide
Juf Gerdie_______(worden) vrijdag 53 jaar!
A
word
B
wordt
C
worden
Slide 9 - Quizvraag
Ik _______(worden) in november 53.
A
word
B
wordt
C
worden
Slide 10 - Quizvraag
Jij_________(worden) morgen 18.
A
Slide 11 - Quizvraag
_________(worden) jij volgend jaar 18?
A
word
B
wordt
C
worden
Slide 12 - Quizvraag
Ik _______(kopen) elke dag een broodje bij de bakker.
A
koop
B
kop
C
koopt
D
kopt
Slide 13 - Quizvraag
Hij _______(kopen) elke dag een broodje bij de bakker.
A
koop
B
kop
C
koopt
D
kopt
Slide 14 - Quizvraag
_______(kopen) jij elke dag een broodje bij de bakker?
A
koop
B
kop
C
koopt
D
kopt
Slide 15 - Quizvraag
De leerling ___________(lachen) om de grap van de buurvrouw.
A
lacht
B
lach
C
lachen
Slide 16 - Quizvraag
Ik ___________(lachen) om de grap van de buurvrouw.
A
lacht
B
lach
C
lachen
Slide 17 - Quizvraag
Jij ___________(lachen) om de grap van de buurvrouw.
A
lacht
B
lach
C
lachen
Slide 18 - Quizvraag
___________(lachen) jij om de grap van de buurvrouw?
A
lacht
B
lach
C
lachen
Slide 19 - Quizvraag
Weet je nu wanneer je een t moet gebruiken bij het werkwoord?
A
Ja
B
nee
C
een beetje
Slide 20 - Quizvraag
We doen nog een Kahoot
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Spelling 3.1 Klas 1B
June 2020
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Week tegen pesten 2022
June 2022
- Les met
25 slides
door
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Basisschool
Groep 4,8
Kidsweek in de Klas
Grammatica zinsdelen - H.1 Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp
January 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2.1 - Week 38 - WWS 4 - Verleden tijd
June 2023
- Les met
38 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
H5, grammatica, samengestelde zinnen
November 2019
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 3,4
Herhaling woordsoorten
November 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Tussenletter
April 2024
- Les met
10 slides