week 1

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

week 1

SLB periode 2.

profiel en beroep

stoelenstrijd

uit het boek:

werkvormen interactief:

100 werkvormen. te vinden in :

Cluster O&O leerjaar 1 module SLB 

materialen

4 groepen nodig.

1 groep is observant

nabespreking stoelenstrijd.

afspraken maken met je nieuwe leerteam.

appgroep

wat neem je mee van de vorige periode en wat laat je achter?

sinterklaasspel : dinsdag 5 december Check up

ja

nee

afspraken Dobbelsteenspel.

1. Annemarieke zorgt voor drinken en iets lekkers.

2. je koopt een cadeau voor max 5,00

3. Je MOET het INPAKKEN !

4. We spelen het spel op  5 december in de slb-les. 

check -up

overzicht van deze periode 

deze week

als je voor de eindopdrachten een voldoende had dan geef je dat aan in je werkkaart. 

Dus je gaat naar EOL naar je werkkaart.

Levensverhaal

- Beschrijf jouw levensverhaal in 4 fasen: een verhaal over je baby-peutertijd, lagereschooltijd, middelbareschooltijd en de periode van de opleiding pedagogisch medewerker tot aan je toekomstverwachtingen.

- Je kunt je ouders /opvoeders hierover vragen stellen. Wat voor baby was jij? Hoe was je als peuter, kleuter, basisschoolkind? Wat vond je leuk/niet leuk? Hoe vond je de overgang van basisschool naar middelbare school? En de overgang van de middelbare naar Curio?

- Welke positieve/negatieve gebeurtenissen hebben invloed gehad op wie jij bent? Op welke manier heeft dit jou beïnvloed?

Gezin

- Ben je enig kind thuis of heb je broertjes/zusjes?

- Wat is jouw achtergrond: waar ben je opgegroeid, wat is je cultuur en/of je geloof?

- Welke dingen zijn thuis belangrijk?

- Welke zaken vonden/vinden jouw ouders/opvoeders belangrijk in je opvoeding?

- Welk advies van je ouders zal je altijd onthouden? Met welk advies van je ouders kan je helemaal niets? Waarom niet?

- Welke traditie van thuis neem je mee als je op jezelf woont? Wat ga je later zeker anders doen dan thuis?

Belangrijke personen en hun invloed

- Welke personen waren/ zijn belangrijk in je leven? Waarom? Wat betekenen ze voor jou? Wat heb je van hen geleerd?

- Wat bewonder je in je beste vriend?

Kwaliteiten

- Waar ben je goed in, noem eens drie dingen?

- Waar ben je volgens anderen goed in/ waar krijg je weleens complimenten over?

- Welke positieve eigenschappen van jezelf kun je inzetten als pedagogisch medewerker?

- Wat heb je gedaan in je leven waar je echt trots op bent?

- Wat zijn je zwakke kanten, noem eens drie dingen? In welke situaties heb je last van deze zwakke kanten?

- Welke dingen vind jij belangrijk in het leven? Heb je een levensmotto (bijv. ‘een dag niet gelachen is een dag niet geleefd’)? Hoe sta jij in het leven; is ‘je glas halfvol of halfleeg’?

- Wat is voor jou de meest belangrijke levensles die je tot nu toe hebt geleerd?

- Waar kan jij heel blij van worden? En waarvan boos?

- Wat vind je belangrijk dat anderen van jou weten?

- Stel dat je 10 jaar verder bent. Hoe ziet je leven er dan uit?

Kijk naar het werk/beroep van je opvoeders, verwoord welke kwaliteiten je daarin ziet en of je die kunt linken met jouw kwaliteiten en ga jij dezelfde richting uit als die van je ouders? Waarom wel, of waarom niet. En de zin: ik vind dat werk niet leuk is niet voldoende natuurlijk.

uitvoering

Maak een mooi document van deze elementen. Je hoeft niet  te presenteren, en gebruik ook rustig de elementen die je bij SOVA hebt gemaakt. 

Bekijk wel goed de punten die je hier in de presentatie ziet. 

Iedere week werk je in de slb les aan deze opdracht.

Als hij af is zet je deze in it's learning bij periode 2: Grondstof.