Dier - verdeling Dierenrijk voor lj.1 én lj.2

verdeling Dierenrijk


Leerdoel:

  • de leerling kan met een aantal kenmerken
    aan een dier herkennen in welke klasse dat dier behoort.
  • de leerling kan elementen van de basisverzorging van een bepaalde klasse noemen.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

verdeling Dierenrijk


Leerdoel:

  • de leerling kan met een aantal kenmerken
    aan een dier herkennen in welke klasse dat dier behoort.
  • de leerling kan elementen van de basisverzorging van een bepaalde klasse noemen.

Slide 1 - Tekstslide

verzorgingseisen
een baardagaam heeft een andere verzorging nodig dan een





Slide 2 - Tekstslide

  1. wat zie je aan het dier - wat weet je wel van het dier?
    (weten waar je op moet letten...)

  2. bepalen in welke van de 5 klassen het dier valt.

  3. welke basisverzorging hebben dieren van die klasse nodig?
Hoe weet je bij een onbekend dier hoe dit dier verzorgd zou moeten worden?

Slide 3 - Tekstslide

botten / skelet
Ordening - het rijk van de dieren


Heeft een dier botten?
           dan valt dat dier in de stam: gewerveld
              dan valt dat dier in de stam: ongewerveld
ja
nee

Slide 4 - Tekstslide

Tot welke stammen (nrs. 1 t/m 12) behoren de zes links afgebeelde dieren?

Slide 5 - Tekstslide

dieren op afbeelding links:


1. mossel
2. slak
3. kever
4. spons
5. inktvis
6. kat
bijhorend stamnummer van de afbeelding rechts:

stam 7. weekdieren
stam 7. weekdieren
stam 6. geleedpotigen
stam 11. sponzen
stam 7. weekdieren
stam 1. zoogdieren

Slide 6 - Tekstslide

in "gewerveld" zitten 5 klassen
zoogdieren
vogels
vissen
reptielen
amfibieën
maar waarom valt een dier in een bepaalde klasse?

Slide 7 - Tekstslide

Huid dik of dun
Karakteristiek voor reptielen is hun dichte huid waardoor ze in de zon kunnen liggen en door de huid geen water verliezen, het zijn daarmee ook echte landdieren.
Toch zijn er reptielen die in het water leven, zoals zeeschildpadden, zeeslangen en krokodillen. Door die dichte huid kunnen ze zout water verdragen, iets dat amfibieën die een doorlatende huid hebben niet kunnen.

Slide 8 - Tekstslide

een bedekte huid
  • haren
  • schubben
  • veren

Slide 9 - Tekstslide

Sleep de kenmerkende huidbedekking naar de klasse
zoogdier
vogel
vis
amfibie
reptiel

Slide 10 - Sleepvraag

voortbeweging
poten

vleugels

vinnen
Opdracht: bedenk welke klassen welke manieren van voortbeweging hebben.

Slide 11 - Tekstslide

ademhaling
Benoem deze 3 wijzen van ademhaling

Slide 12 - Tekstslide

lichaamstemperatuur
In het lichaam van een koudbloedige vindt geen verbranding plaats om het lichaam op temperatuur te houden.

verbranding = jezelf warm houden met bloedstroming (een kacheltje)

Slide 13 - Tekstslide

voortplanting

Maar hoe de eieren zich ontwikkelen tot jonge dieren is verschillend en kenmerkend voor de klasse.

!! termen:
inwendig = iets vindt in het lichaam plaats
uitwendig = buiten het lichaam
Alle dieren "leggen" eieren!  mensen ook ...

Slide 14 - Tekstslide

reptielen
leggen eieren = uitwendige ontwikkeling

eieren hebben een zachte leerachtige schaal

eieren worden gelegd in het zand (zand houdt warmte vast)

Slide 15 - Tekstslide

vogels
leggen eieren = uitwendige ontwikkeling

eieren hebben een kalkschaal

eieren worden meestal bebroed door de vogels (er is broedzorg)

Slide 16 - Tekstslide

vissen
eieren worden gelegd in het water = uitwendige ontwikkeling

er zijn zeer veel verschillende eieren en manieren om die eieren te laten ontwikkelen

Slide 17 - Tekstslide

amfibie
eieren worden in het water gelegd
= uitwendige ontwikkeling

er is meestal géén broedzorg
door het ouderdier

ei-omhulsel is waterig

Slide 18 - Tekstslide

zoogdier
ei wordt inwendig bevrucht en komt inwendig tot ontwikkeling

jonge dieren drinken melk bij de moeder


                                     wél broedzorg door
                                     het ouderdier

Slide 19 - Tekstslide

basisverzorging reptielen
huisvesting: terrarium met warmtebron

bodembedekking: zand


Slide 20 - Tekstslide

basisverzorging vogels
huisvesting: voliere met vlieglengte aangepast aan soort vogel

zorgen voor een broedmogelijkheid

voeding aangepast aan de snavelsoort

Slide 21 - Tekstslide

basisverzorging vissen
huisvesting: aquarium (let op: er zijn ook trekkende soorten die niet in een aquarium gehouden kunnen worden)

watertemperatuur en waterkwaliteit bepaalt de gezondheid

voeding aangepast aan beksoort

Slide 22 - Tekstslide

basisverzorging amfibie
huisvesting: padularium = verblijf met half land - half water indeling

zeer schone omgeving nodig (vatbaar voor ziekten die door schimmels worden overgedragen)

voedsel volwassen dieren: vleeseters, jonge dieren: alleseters

Slide 23 - Tekstslide

basisverzorging zoogdier
huisvesting: zeer verschillend (stal, huis, zee, (wei)land, ...)

voeding: lacterende moeder heeft veel energie nodig

verschil in verzorging tussen sociaal levende
dieren en solitair levende dieren

Slide 24 - Tekstslide

meer informatie en leuke sites:

Slide 25 - Tekstslide

Wat vond je van deze les...
welke dia vond je onduidelijk?
(of juist heel handig?)

Slide 26 - Open vraag