Les over Kerst, RC
1 / 32
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Kerstmis
in één woord
in één woord
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Link
Noem vijf dingen die je bij zijn gebleven uit het filmpje.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Waarom kopen mensen een kerstboom?
A
om thuis te versieren
B
om in de tuin te zetten
C
om op school te versieren
D
om te verkopen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is er bijzonder aan de zilverspar?
A
De prijs is laag.
B
Hij ruikt lekker.
C
Hij heeft zilverkleurige takken en prikt niet.
D
Hij is klein.
Slide 9 - Quizvraag
Welke kerstboom is luxe?
A
De zilverspar
B
De norman
C
De groene spar
D
De Servische spar
Slide 10 - Quizvraag
Een dennenboom heeft
A
lange, harde naalden
B
lange, zachte naalden
C
korte, harde naalden
D
korte, zachte naalden
Slide 11 - Quizvraag
Welke boom zetten mensen binnen om te versieren?
A
een dennenboom
B
zou het niet weten
C
een eikenboom
D
een sparrenboom
Slide 12 - Quizvraag
Waarom wordt die boom binnen gezet?
A
hij houdt zijn naalden
B
hij verliest zijn naalden en blijft groen
C
hij verliest zijn bladeren
D
hij valt niet om
Slide 13 - Quizvraag
Welke kleur hebben de naalden?
A
bruin
B
geen
C
groen
D
geel
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
Waarom werd in de 17e eeuw in Amerika het sinterklaasfeest gevierd?
A
geen idee
B
dat deden ze niet
C
door de Nederlandse immigranten
D
door de Engelse immigranten
Slide 16 - Quizvraag
Welk feest vierden de Engelsen in Amerika?
A
Father Christmas
B
Christmas
C
Sinterklaas
D
ik weet het niet
Slide 17 - Quizvraag
Sint en Father werden samengevoegd tot
A
Sinterklaas
B
Rudolph
C
Santa Claus
D
Cola Claus
Slide 18 - Quizvraag
Wat kan Santa met zijn grote lijf heel erg goed?
A
op de daken lopen
B
cola drinken
C
door de schoorsteen gaan
D
in de arreslee zitten
Slide 19 - Quizvraag
Waarom gaat hij door de schoorsteen?
A
om de schoenen te vullen
B
om de wortel uit de schoen te halen
C
om de sokken te vullen
D
dat vindt hij leuk
Slide 20 - Quizvraag
Wanneer verscheen de eerste kindertekening over Santa Claus?
A
in 1939
B
in 1881
C
in 1800
D
in 1981
Slide 21 - Quizvraag
Wanneer kreeg Santa een make-over?
A
in 1939
B
in 1949
C
in 1881
D
in 1931
Slide 22 - Quizvraag
Door wie werd Santa gerestyled?
A
Coca Cola
B
Campina
C
Pepsi
D
Lidl
Slide 23 - Quizvraag
Wie is Rudolph
A
het paard
B
het rendier
C
de beer
D
ik zou het niet weten
Slide 24 - Quizvraag
Welk lichaamsdeel is zo bijzonder?
A
zijn oog
B
zijn oor
C
zijn mond
D
zijn neus
Slide 25 - Quizvraag
Want?
A
zijn neus is rood en lichtgevend
B
zijn neus is groen en lichtgevend
C
zijn neus is geel en lichtgevend
D
zijn neus is blauw en lichtgevend
Slide 26 - Quizvraag
In welk jaar kwam Rudolph eigenlijk in beeld?
A
in 1929
B
in 1939
C
in 1949
D
in 1931
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Noem drie dingen die je geleerd hebt in deze les.
