Aardrijkskunde les week 16 G2

  • China is tegenwoordig de tweede economie van de wereld. 
  • De economie van China is in relatieve korte tijd enorm gegroeid. 
  • In paragraaf 2 leer je hoe deze groei tot stand is gekomen. 
  • Daarnaast leer je dat dit gepaard gaat met enorme urbanisatie: in korte tijd zijn veel steden enorm hard gegroeid (van dorpen tot miljoenensteden). 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • China is tegenwoordig de tweede economie van de wereld. 
  • De economie van China is in relatieve korte tijd enorm gegroeid. 
  • In paragraaf 2 leer je hoe deze groei tot stand is gekomen. 
  • Daarnaast leer je dat dit gepaard gaat met enorme urbanisatie: in korte tijd zijn veel steden enorm hard gegroeid (van dorpen tot miljoenensteden). 

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijke jaartallen vooraf

In 1949 eindigt de Chinese Burgeroorlog komen de communisten aan de macht (onder leiding van Mao Zedong).

De vrijemarkt wordt afgeschaft en de overheid bepaalt wat er geproduceerd.

Tegelijkertijd sloot China zich af van de rest van de wereld. China probeert niks meer te importeren en wil zelfvoorzienend worden (autarkisch heet dit). 

Dit beleid mislukt en China groeit nauwelijks in deze periode.  

In 1978 opent China zich voor de rest van de wereld. Vanaf deze periode mag China meer handelen met het buitenland en (nog belangrijker) mogen buitenlandse bedrijven zich vestigen in China. In 1980 heeft China de tiende economie v/d wereld. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat gebeurt er vanaf 1978? 

China kan dus meer handelen en zaken doen met het buitenland. Hoe gaat dat in zijn werk?

China werd niet helemaal open. Het koos een paar steden waar gehandeld mocht worden en waar buitenlandse bedrijven producten in elkaar mochten zetten. (de rest van het land bleef streng communistisch!)

Deze steden noem je Speciaal Economische Zones (SEZ's). In deze SEZ's werden buiten-
landse bedrijven gelokt met belastingkortingen en naleven van minder
(milieu)regels. 
Eerste Sez's 

Slide 4 - Tekstslide

De SEZ's waren onder Westerse bedrijven (multinationals) heel populair. 

Er waren enorm veel goedkope arbeidskrachten in de Chinese steden. Daardoor konden de producten heel goedkoop in elkaar worden gezet. 

De arbeiders in Europa en de VS (en ook Japan) werden te duur. Om kosten te besparen gingen de deze bedrijven zich in het goedkope China vestigen. 

Dit was overigens ook mogelijk door globalisering (door beter transport konden de producten vrij snel terug vervoerd worden naar de VS/EU om het daar te verkopen).

Vanaf deze periode wordt China steeds meer de fabriek
van de wereld. 

Het zijn vooral arbeidsintensieve banen. 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom liggen de meeste SEZ's aan zee?
A
Producten kunnen snel verscheept worden
B
Hier wonen veel mensen
C
In het binnenland zijn er teveel boeren
D
In de steden is de meeste armoede

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de SEZ's? 

Er komen steeds meer fabrieken in de SEZ's. Dus ook meer werk en de salarissen gaan steeds verder omhoog. 

HIerdoor vertrekken er miljoenen Chinezen van het platteland naar de steden. 

De steden groeien dan 
ook enorm hard.

Slide 7 - Tekstslide

Shenzen werd nog voor een andere reden gekozen als eerste SEZ. Het ligt namelijk dichtbij Hong Kong. 

Hong Kong was van 1842 tot 1997 een Britse Kolonie. Hierdoor kon Hong Kong zich anders ontwikkelen dan de rest van China. 

Hong Kong werdal eerder rijker. In 1980 was Hong Kong rijk geworden. Arbeiders waren eigenlijk al iets te duur geworden. 

De fabrieken konden zich makkelijk verplaatsen naar Shenzen. Ook gingen veel investeringen en contacten via Hong Kong (nog steeds). 


De vier Aziatische tijgers (eerste rijke landen in Azië)

Slide 8 - Tekstslide

Welke van de volgende landen behoort tot de vier Aziatische Tijgers?
A
Japan
B
Thailand
C
Noord-Korea
D
Singapore

Slide 9 - Quizvraag

Duidelijke groei vanaf 1980.
Tegenwoordig 2e economie ter wereld (BNP in miljoenen. VS heeft 22 triljoen)

Slide 10 - Tekstslide

Uitdagingen voor China.

Uitdaging 1: zal de groei altijd doorgaan? 
Nee zeker niet (ook als er geen coronavirus was geweest).

China richt zich vooral op arbeidsintensief werk. Dit is meestal het in elkaar zetten van producten (assemblage noem je dit). 

Het is gevaarlijk om alleen hierop de richten. De Chinese arbeiders kunnen te duur worden. Bedrijven kunnen zich makkelijk verplaatsen naar andere landen die goedkoper zijn (dit gebeurt ook al naar landen als Indonesië, Filipijnen en Thailand). 

Slide 11 - Tekstslide

Oplossing voor uitdaging 1.

Minder richten op arbeidsintensieve werk en meer richten op Kennisintensief werk.

Met kennisintensief werk worden banen bedoeld waarin kennis word toegepast. Bijvoorbeeld het bedenken van producten in plaats van in elkaar zetten van producten. 

Hier zijn veel investeringen in het onderwijs voor nodig (steeds meer Chinezen gaan langer naar school en naar de universiteit). 

Bonus: met het bedenken van producten verdien je veel meer dan het in elkaar zetten.

Slide 12 - Tekstslide

Uitdaging 2: de verschillen in China worden te groot. 

De groei vindt met name plaats in het oosten en nauwelijks in het binnenland/westen. 

Ook worden de steden in het oosten te vol. 

Slide 13 - Tekstslide

Oplossing uitdaging 2.

In het binnenland worden nieuwe SEZ's aangewezen. Met belastingkortingen worden bedrijven daar naartoe gelokt. 

Ook worden er veel snelwegen en vliegvelden aangelegd zodat deze plaatsen beter bereikbaar zijn. 

Slide 14 - Tekstslide