Spelend leren leerjaar 2 periode 5 les 2

Spelend leren 


Leerjaar 2 
periode 5 
les 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Spelend leren 


Leerjaar 2 
periode 5 
les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les doen?
Lesdoelen
Het belang van spel in hoeken
De huishoek
De bouwhoek
Overige hoeken
Vormen van samenspel
Lesopdracht: ‘Het herkennen van de spelvorm’
Huiswerkopdracht in de BPV

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het belang van het spel in hoeken

Een rijke speelomgeving biedt veel kansen voor het ervaren van speelplezier en stimuleert de ontwikkeling.
Door in de groep hoeken in te richten geef je de ruimte om te spelen, experimenteren en onderzoeken.
Met een goede inrichting van de hoek zorg je voor veel uitdaging.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zien bij jullie op
stage de hoeken uit?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De huishoek
Situatie schetsen
Veel jonge kinderen spelen dat wat ze hebben meegemaakt na in de huishoek. Zo verwerken ze hun ervaringen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelvormen in de huishoek

  • Sensopathisch spel: o.a. knuffels betasten.
  • Sensomotorisch spel: sjouwen met de meubeltjes en de spullen
  • Hanterend spel: vullen, legen, doen alsof
  • Esthetisch spel : de tafel dekken, de poppen leuk en mooi neerzetten, de poppen mooi aankleden, jezelf mooi aankleden en jezelf dan bekijken in de spiegel.
  • Verbeeldend spel: (fantasie)rollenspel in een zelf gecreëerde spelwereld.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De bouwhoek
  • Bouwen is: stapelen en in verband leggen.
  • kijken naar spel in de bouwhoek;
  • inrichting van de bouwhoek.
  • Het stimuleert rekenen / wiskunde en techniek

Slide 11 - Tekstslide

Rekenen en wiskunde draait om drie aspecten:
Getalbegrip: hoeveelheidbegrippen als: veel, weinig, telwoorden, tellen en telrij opzeggen;
Meten: vergelijken van lengte, inhoud en gewicht, meetbegrippen en tijdsbesef als dagritme, seizoenen;
Meetkunde: construeren, opereren met vormen zoals patronen maken en symmetrie, oriënteren, vormen herkennen en benoemen.
Techniek met peuters, draait vooral om ervaren;
Techniek: experimenteren en construeren waarbij de eigenschappen/werking/mogelijkheden van materialen en van vormen worden ontdekt.

Maar ook…
Samenspel: parallel, associatief, coöperatief, solitair.
Taal:
Sensomotoriek: fijne motoriek met kleine blokken, grove motoriek met grote blokken
Persoonlijke ontwikkeling: autonomie, zelfvertrouwen.
Spelvormen: sensopathisch, hanterend, esthetisch, verbeeldend spel (eigen wereld creëren).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Materiaal in de bouwhoek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige hoeken
Knutselhoek
Timmerhoek
Leeshoek
Zandwatertafel
Themahoek

Slide 15 - Tekstslide

1. Knutselhoek: werk met een restjesbak om rommel tegen te gaan.
2. Timmerhoek: gebruik zacht hout voor makkelijk timmeren en dempende rubber matten om geluidsoverlast tegen te gaan.
3. Leeshoek: vaak zie je hier spel en levert dat frustratie op bij leerkrachten. Maar ook hier is spel goed mogelijk en is het vooral belangrijk dat kinderen met boeken in aanraking komen.
4. Zand- watertafel: viezigheid wordt vaak als een probleem ervaren, kies de plek met beleid. Eventueel kun je kiezen voor een andere vulling dan zand of water.
5. Themahoek: hoeft niet altijd dezelfde hoek te zijn, je kunt ook telkens een verschillende hoek omtoveren tot themahoek. Pas op voor gelikte Pinterest-hoeken, laat de hoek groeien in samenspraak met de kinderen, dat zorgt voor echte betrokkenheid.

Kijken naar spel
Bij observatie van spel van kinderen, kijk je naar:
  • de spelvorm (verschijningsvorm);
  • de manier van samenspel (met wie speelt het kind);
  • de kwaliteit: flow, variatie, initiatief etc.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijken naar spel 
  •  Toeschouwen
  •  Parallelspel
  •  Associatief spel
  •  Coöperatief spel

  • Behalve samenspel bestaat er ook solitair spel.




Slide 17 - Tekstslide

Toeschouwen:
Wanneer het kind naar anderen kijkt terwijl ze spelen, maar er niet aan deelneemt. Het kind kan deelnemen aan vormen van sociale interactie , zoals een gesprek over het toneelstuk, zonder daadwerkelijk deel te nemen aan de activiteit. Dit type activiteit komt ook vaker voor bij jongere kinderen.
Parallel spel (aangrenzend spel, sociale samenwerking) - wanneer het kind apart van anderen speelt, maar dicht bij hen en hun acties nabootst.  type spel wordt gezien als een voorbijgaande fase van een sociaal onvolwassen en toeschouwers type spel, naar een meer sociaal volwassen, associatief en coöperatief speltype.
Associatief spel - wanneer het kind geïnteresseerd is in de mensen die spelen, maar niet in het coördineren van hun activiteiten met die mensen, of wanneer er helemaal geen georganiseerde activiteit is. Er is veel interactie, maar de activiteiten lopen niet synchroon.
Coöperatief spel - wanneer een kind geïnteresseerd is in zowel de mensen die spelen als in de activiteit die ze doen. Bij coöperatief spel is de activiteit georganiseerd en hebben de deelnemers rollen toegewezen. Er is ook een verhoogde zelfidentificatie met een groep en er kan een groepsidentiteit ontstaan. Dit is relatief ongebruikelijk in de kleuter- en kleuterschool, omdat het meer sociale volwassenheid en meer geavanceerde organisatievaardigheden vereist. Voorbeelden zijn dramatische spelactiviteiten met rollen, zoals school spelen, of een spel met regels.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Associatief en coöperatief spel manifesteren zich pas aan het einde van de peuter- en kleutertijd. Een kind dat veel in aanraking is geweest met andere kinderen, zal waarschijnlijk vroeger socialer gedrag vertonen dan kinderen met minder sociale ervaringen

  • Kinderen blijven zich ook in de latere fase van de peuter- en kleutertijd bezighouden met solitair en toekijkend spel. Er zijn bepaalde momenten waar het kind het liefst in zijn/haar eentje wil spelen. Als een nieuw kind zich wil aansluiten, is het vaak een succesvolle strategie om eerst toe te kijken en af te wachten tot zich een gelegenheid voordoet om actiever mee te kunnen spelen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopdracht: Het herkennen van de spelvorm

Ik lees zo een aantal praktijkvoorbeelden voor, deze krijg je ook van mij voor in je schrift. Je geeft n.a.v. van elk voorbeeld aan welke vorm van samenspel het is.

Slide 20 - Tekstslide

Handleiding docent
Antwoorden
Niets - doener
Toeschouwen
Parallelspel
Associatief spel
Coöperatief spel

Huiswerkopdracht in de BPV
Bekijk op je stageplek de huishoek
Vul de inventarisatielijst in
Vul de 3 losse vragen ook in
Plak deze in je schrift, deze zullen we volgende week bespreken


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies