English 18/06/21 2G3&2G4

English 18-06-21
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

English 18-06-21

Slide 1 - Tekstslide

Today
Planning
Words 6.5
Some and Any

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Schrijftoets --> Woensdag 16 juni

Toets unit 6 --> Woensdag 23 juni
Words, expressions and grammar page 240 -245


Kijk en luister toets --> Maandag 28 juni

Slide 3 - Tekstslide

Page 243
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Galgje (soort van)






  • Klik hier om met de woorden van 6.5 te oefenen.
Type hier de letter die je wil gebruiken
klik hier voor een hint
Zorg dat de sneeuwpop niet smelt.

Slide 5 - Tekstslide

Goal
Na vandaag weet je wanneer je in het Engels "some" en wanneer je "any" gebruikt.

Slide 6 - Tekstslide

SOME / ANY

SOME en ANY betekenen beide:

  • enkele
  • wat 
  • een paar
  • geen (in combinatie met NOT)
                                                                           Ik koop elke dag wat snoep in de kantine.
                                                                     Every day I buy some sweets in the canteen.
                                                           Mijn broer mag geen noten eten, hij is allergisch.
                                                                        My brother can't eat any nuts, he's allergic.


Slide 7 - Tekstslide

SOME / ANY
Some en any hebben dus dezelfde betekenis, 
maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt. 

Some gebruik je in bevestigende zinnen, deze eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat geen 'not' in.
Some gebruik je in vragen als je verwacht dat het antwoord 'ja' is.

Any gebruik je in zinnen met een vraagteken 
en zinnen met het woord 'not' er in.

Slide 8 - Tekstslide

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 9 - Tekstslide

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 10 - Tekstslide

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 11 - Quizvraag

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 12 - Quizvraag

He hasn't got ___ time.
A
any
B
some

Slide 13 - Quizvraag

He has ___ money.
A
some
B
any

Slide 14 - Quizvraag

Extra oefenen met 
some / any


Onthou je score

Slide 15 - Tekstslide

Wat was je score?
0-10%
11-20%
21-30%
31-40
41-50%
51-60%
61-70
71-80%
81-90%
91-100%

Slide 16 - Poll

Exercises
6.5 Writing
Exercise 2, 3 and 7

Good Luck!
Almost weekend

Slide 17 - Tekstslide