Lucas hoofdstuk 9 vers 57-61
Terwijl ze onderweg zijn, zegt iemand tegen Jezus: ‘Ik zal U volgen, waar Gij ook gaat’. En Jezus zegt: ‘Dat is niet gemakkelijk: de vossen hebben holen en vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon heeft zelfs geen kussen waar Hij zijn hoofd kan op laten rusten’. Tegen een ander zegt Hij: ‘Volg Mij’. Maar die persoon vraagt: ‘Heer, mag ik eerst teruggaan om mijn vader te begraven?’ Jezus zegt: ‘Laat de doden hun doden begraven. Maar gij, ga heen en verkondig het Rijk Gods’. Nog een ander zegt: ‘Ik wil U volgen, Heer, maar mag ik eerst afscheid nemen van mijn familie?’ Tegen hem zegt Jezus: ‘Wie ploegt en daarbij achterom kijkt, is niet geschikt voor het Rijk van God’.