SPA 1D 2022-02-11 VRIJ

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

OBJETIVOS DOELEN

In deze les leer ik...

1. ...hoe ik een zin ontkennend maak

2. ...de bezittelijk voornaamwoorden

3. ...de aanwijzend voornaamwoorden

Negación Ontkenning

Om een zin ontkennend te maken, zet je het woord je 'no' vóór de persoonsvorm:

WEL	NIET
Vivo en una ciudad.	No vivo en una ciudad.
Aquí hay una farmacia.	Aquí no hay una farmacia.
Tú lees un libro.	Tú no lees un libro.

Maak ontkennend:
Mi casa está en el centro.

Maak ontkennend:
Anouk tiene un estuche.

Maak ontkennend:
Nosotros hacemos los deberes.

Posesivos Bezittelijk voornaamwoorden

Enkelvoud

Mi

Tu

Su

Nuestro / Nuestra

Vuestro / Vuestra

Su

Meervoud

Mis

Tus

Sus

Nuestros / Nuestras

Vuestros / Vuestras

Sus

Mijn

Jouw

Zijn / haar / Uw

Ons / onze

Jullie

Hun / uw

mijn boeken

1. mi libros
2. mi libro
3. mis libros
4. sus libros

ons huis

1. nuestro casa
2. nuestras casa
3. nosotras casa
4. nuestra casa

zijn kamer

1. mi habitación
2. su habitación
3. tu habitación
4. vuestra habitación

Demostrativos Aanwijswoorden

este            esta            estos            estas

mannelijk enkelvoud: este cartel (deze poster)

vrouwelijk enkelvoud: esta silla (deze stoel)

mannelijk meervoud: estos carteles (deze posters)

vrouwelijk meervoud: estas sillas (deze stoelen)

¡Manos a la obra! Aan het werk!

- maken en nakijken: LE p. 22 + 23

> ¡ser vs. estar! (estar = 'zich bevinden')

- leren: LT p. 192