Herhaling woordsoorten TL2

Maandag 20 juni - grammatica
  • Huiswerk controleren
  • Herhaling 4 nieuwe woordsoorten: aanwijzend voornaamwoord, betrekkelijk voornaamwoord, vragend voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord
  • oefening 4 nieuwe woordsoort
  • gemixte oefening alle woordsoorten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Maandag 20 juni - grammatica
  • Huiswerk controleren
  • Herhaling 4 nieuwe woordsoorten: aanwijzend voornaamwoord, betrekkelijk voornaamwoord, vragend voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord
  • oefening 4 nieuwe woordsoort
  • gemixte oefening alle woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 4 - blz. 264
  • pers. vnw
  • vr. vnw
  • bijv. nw
  • onb. vnw
  • pers. vnw
  • zelfst. nw
  • lw

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 4 - blz. 264
  •  vz
  • ww
  • nevenschikkend voegwoord 
  • aanw. vnw 
  • betr. vnw
  • ww
  • onderschikkend voegwoord

Slide 3 - Tekstslide

Vragend voornaamwoord
Er zijn 4 vragende voornaamwoorden: 
wie, wat, welke en wat voor (een)

Slide 4 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend vnw. wijst iets of iemand aan. Ook hier zijn er 4 van: 
deze, dit, die en dat.

dat boek, die jongen, deze verhalen, dit meisje


Slide 5 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
Het betrekkelijk voornaamwoord verwijst terug naar een woord of woordgroepje. De betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
die, dat, wat en wie.

De blauwe fiets die daar staat.
Het ijsje dat ik heb gegeten.
Alles wat je hier leest, is nieuw.


Slide 6 - Tekstslide

Onbepaald voornaamwoord

Onbepaalde voornaamwoorden verwijzen niet naar specifieke personen of zaken, maar hebben een heel algemene (dus ‘onbepaalde’) verwijzing.

alles, andere(n), elk, ieder, iedereen, iemand, iets

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Alles door elkaar!
Luister naar het liedje en schrijf de woorden die missen op. Benoem vervolgens deze woorden.
Kies uit: werkwoord/ zelfstandig naamwoord/ bijvoeglijk naamwoord/ lidwoord/ voorzetsel/ persoonlijk voornaamwoord/ bezittelijk voornaamwoord/ vragend voornaamwoord/ aanwijzend voornaamwoord/ betrekkelijk voornaamwoord/ voegwoord

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video