Voorbereiding CE vragen maken tekststructuur type vragen Beroepshavo

Voorbereiden op het CE: doelen
Je leert een strategie om (open en meerkeuze) vragen bij een leestekst te maken en past deze toe (CE).
Je weet welke tekststructuren er zijn, herkent en benoemt deze (CE).

Je herkent spelling- en stijlfouten en kunt ze verbeteren in een quiz (SE3+CE).
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiden op het CE: doelen
Je leert een strategie om (open en meerkeuze) vragen bij een leestekst te maken en past deze toe (CE).
Je weet welke tekststructuren er zijn, herkent en benoemt deze (CE).

Je herkent spelling- en stijlfouten en kunt ze verbeteren in een quiz (SE3+CE).

Slide 1 - Tekstslide

Voorbereiden op het CE
PP: vraag_tekst_antwoord t/m sheet 15
PP: tekststructuur _ hele tekst vergelijken, vanaf begin


Slide 2 - Tekstslide

Terugblik op de doelen
Je leert een strategie om (open en meerkeuze) vragen bij een leestekst te maken en past deze toe (CE).
Je weet welke tekststructuren er zijn, herkent en benoemt deze (CE).

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Les 2: voorbereiden CE
Doelen: 
Je weet wat tekststructuren zijn.
Je herkent de verschillende tekststructuren.
Je weet welke vragen er gesteld kunnen worden over de tekststructuur.
Je herkent stijl - en spellingsfouten.

Slide 5 - Tekstslide

Tekststructuur

PP Tekststructuur_hele tekst: vanaf sheet 13

Slide 6 - Tekstslide

Doelen bereikt?
Doelen: 
Je weet wat tekststructuren zijn.
Je herkent de verschillende tekststructuren.
Je weet welke vragen er gesteld kunnen worden over de tekststructuur.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Verbeter de taalfout in de kop:
Bedrijf ontwerpt automaat dat in 120 seconden friet klaarmaakt.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide




Verbeter de taalfout in de kop.
A
wat
B
gebakken
C
ingrediënten
D
wordt

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de fout?

Slide 13 - Open vraag

Stijlfouten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Heb jij ook zoveel hooi op je kerfstok?
Welke uitdrukkingen worden gemixt?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Welke woorden worden hier door elkaar gehaald?
Binnenkort kost diezelfde reis zeker 600 euro duurder.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

En welke contaminatie (+ spelfout) zie je hier?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Welke 2 uitdrukkingen worden hier door elkaar gehaald?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Welke woorden worden hier door elkaar gehaald?

Slide 24 - Open vraag