3.2 / 4.3 Reactiesnelheid

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

De reactiesnelheid

Paragraaf 3.3 (havo) en 4.3 (vwo)

Lesdoelen

- Weten wat reactiesnelheid inhoudt

- Kennen van de betrokken factoren/variabelen

- Weten wat een katalysator is

- Weten wat activeringsenergie is

Reactiesnelheid

- Snelheid waarbij de een reactie verloopt

- Wordt door verschillende factoren beïnvloed

Effectieve botsing

- Als deeltjes botsen kan er een reactie plaatsvinden

Wanneer zullen deeltjes eerder botsen?

1. Als ze snel bewegen
2. Als ze langzaam bewegen

Temperatuur

De reactiesnelheid wordt hoger als:

1. Een stof warm is
2. Een stof koud is

Temperatuur
Als een stof warm is dan bewegen de moleculen

1. Sneller
2. Langzamer

Concentratie van een oplossing

- De sterkte van een oplossing

- Hoe meer stof is opgelost hoe hoger de concentratie is

Meer effectieve botsingen!

Concentratie

Een reactie verloopt het snelste bij:

1. Een hoge concentratie
2. Een lage concentratie

Wat brandt sneller?

1. Houtzaagsel
2. Een gigantische boom

Verdelingsgraad

-Fijne verdelingsgraad --> Kleinere deeltjes en dus een groter oppervlak

Door het grotere oppervlak kunnen er meer effectieve botsingen plaatsvinden!

Soort stof

- Sommige reageren sneller dan anderen

- Aardgas brandt sneller dan een blok hout

Katalysator

Een stof die de reactie versnelt zonder dat die zelf verbruikt wordt!

Een katalysator verlaagt de activeringsenergie -> reactie komt sneller op gang. 

De factoren:

Temperatuur

Concentratie

Verdelingsgraad

Soort stof

Katalysator

(VWO) rekenen aan reactiesnelheid