G. Jung - Keine Zeit für Langeweile

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

haben

sein

habe

bin

hast

bist

hat

ist

haben

haben

sind

sind

seid

habt

der

die

das

Opa

Tante

Baby 

Stier

Fest

Grenze

Frau

Karte

Mann

Onkel

Kind

Kuh

Oma

Haus

Pferd

Hahn

Henne

Geslachten

De biologische gelachtsregel ken je al.

Wat is de nieuwe regel die je in de vorige les geleerd hebt voor die-vrouwelijk?

die-vrouwelijk

1. Biologische regel: 

    die Tante, die Kuh

2. Meeste woorden die                       eindigen op -e:

    die Schule, die Grenze

Uitzondering: der Name

(de) Aufgabe

1. der-mannelijk
2. das-onzijdig
3. die-vrouwelijk
4. die-meervoud

(de) Zimmer

1. der-mannelijk
2. das-onzijdig
3. die-vrouwelijk
4. die-meervoud

(de) Hauptstadt

1. der-mannelijk
2. das-onzijdig
3. die-vrouwelijk
4. die-meervoud

(de) Satz

1. der-mannelijk
2. das-onzijdig
3. die-vrouwelijk
4. die-meervoud

(de) Insel

1. der-mannelijk
2. das-onzijdig
3. die-vrouwelijk
4. die-meervoud

(de) Frage

1. der-mannelijk
2. das-onzijdig
3. die-vrouwelijk
4. die-meervoud

Übersetze ins Deutsche:
De vraag is goed.

S

e

i

t

e

30

-

31

Aufgabe 27 

Welke steekwoorden passen bij welke persoon? 

Deze opgave maak je ná het lezen van de tekstjes.

1. Vanessa

1. Lees de inleiding            

Übersetze ins Niederländische:

Geen tijd om je te vervelen

1. Vanessa

2. Welke steekwoorden van opgave 27 passen bij Vanessa?

3. Bedenk wat je docent nog meer over deze alinea zou kunnen vragen.

W-Fragen zum Text:

Wie alt ist Vanessa?

1. Sie ist zwölf Jahre alt.
2. Sie ist vierzehn Jahre alt.
3. Sie ist dreizehn Jahre alt.
4. Sie ist fünfzehn Jahre alt.

W-Fragen zum Text:

Wo wohnt Vanessa?

1. in Hamburg
2. in Frankfurt
3. in Neumünster
4. in Westdeutschland

Vanessa heeft een website voor
toeristen gemaakt waar je Segways
kunt lenen / huren.

1. Goed
2. Fout

W-Fragen zum Text:
Wat doen Vanessa en haar
vrienden?

1. Ze laten je alle Musea van de stad zien.
2. Ze laten je alle bezienswaardigheden van de stad zien.
3. Ze laten je alle Sportvelden van de stad zien.
4. Ze laten je alle winkelcentra van de stad zien.

W-Fragen zum Text:
Wat doet Vanessa met het geld wat ze met de Segway-rondleiding verdient?

1. Ze ondersteunt hiermee de voedselbank in Hamburg.
2. Ze ondersteunt hiermee het asielcentrum in Hamburg.
3. Ze ondersteunt hiermee de dierentuin in Hamburg.
4. Ze ondersteunt hiermee het dierenasiel in Hamburg.

W-Fragen zum Text:
Van welk dier is Vanessa fan in de dierentuin van Hamburg? Van de .....

1. 
2. 
3. 
4. 

2. Sanne

1. Lees de alinea over Sanne.

2. Welke steekwoorden van opgave 27 passen bij Sanne?

3. Bedenk wat je docent nog meer over deze alinea zou kunnen vragen.

W-Fragen zum Text:

Wie alt ist Sanne?

1. Sie ist zwölf Jahre alt.
2. Sie ist vierzehn Jahre alt.
3. Sie ist dreizehn Jahre alt.
4. Sie ist fünfzehn Jahre alt.

W-Fragen zum Text:
Wat is er met Sanne aan
de hand?

1. Ze is ziek en kan daarom niet goed lopen.
2. Ze is ziek en kan zich daarom niet goed bewegen.
3. Ze is ziek en kan daarom niet goed praten.
4. Ze is ziek en kan daarom niet goed sporten.

W-Fragen zum Text:
Wat heeft haar beste vriend
Emilio?

1. Emilio is doof.
2. Emilio is blind.

Sanne en Emilio doen mee
aan een wedsrijd en zamelen
geld in voor JAM.
Wat organiseert JAM?

1. Jam organiseert deze dag voor jongeren die het moeilijk hebben.
2. Jam organiseert deze dag voor jongeren met een handicap.
3. Jam organiseert deze dag voor jongeren uit achterstandswijken.
4. Jam organiseert deze dag voor jongeren, die geen geld hebben om te sporten.

3. die Lochis

1. Lees de alinea over de Lochis, Roman und Heiko.

2. Welke steekwoorden van opgave 27 passen bij hen?

3. Bedenk wat je docent nog meer over deze alinea zou kunnen vragen.

W-Fragen zum Text:
Woher kommen die Lochis,
Roman und Heiko?

1. aus Hamburg
2. aus Frankfurt
3. aus Neumünster
4. aus Westdeutschland

W-Fragen zum Text:
Die Lochis zijn sinds de lagere
school beste vrienden.

1. Ja, dat klopt helemaal.
2. Nee, sinds de middelbare school.
3. Nee, ze zijn tweeling.
4. Staat niet in de tekst.

W-Fragen zum Text:
Roman und Heiko zijn
singer songwriters.

1. Goed
2. Fout

W-Fragen zum Text:

Hoelang maken ze al muziek?

1. sinds kort
2. sinds de middelbare school
3. sinds een paar jaar
4. van kleins af aan

Übersetze:

Vertaal de laatste zin:

"Und jetzt sind unsere Konzerte überall ausverkauft."

Song

Bruder vor Luder 

is dé song bij de film Bereit für.

Kijkvraag: Waar gaat de film over denk je?

Wat denk je ...
waar gaat de film over?

4. Laurenz

1. Lees de alinea over Laurenz  mee.

2. Welke steekwoorden van opgave 27 passen bij Laurenz?

3. Bedenk wat je docent nog meer over deze alinea zou kunnen vragen.

W-Fragen zum Text:

Wie alt ist Laurenz?

1. Er ist zwölf Jahre alt.
2. Er ist vierzehn Jahre alt.
3. Er ist dreizehn Jahre alt.
4. Er ist fünfzehn Jahre alt.

Laurens filmt grote landbouw-
machines en heeft met zijn
broers het YouTube kanaal
"Emsland Agrarvideos".

1. Ja, dat klopt!
2. Nee, met zijn buurjongens.
3. Nee, met zijn vrienden.
4. Dat wordt niet in de tekst gezegd.

Aufgabe 28

Aufgabe 28

1. Sanne sammelt Geld für

2. Laurenz filmt

3. Vanessa sammelt Gelf für

4. Die Lochis sind bekannt in 

A der ganzen Welt.

B den Zoo in Hamburg.

C die "Junge Aktion Mensch"

D große Landwirtschaftmaschinen.

Aufgabe 27 

Welke steekwoorden passen bij welke persoon? 

Deze opgave maak je ná het lezen van de tekstjes.

Leerdoel bereikt?
Kun je in korte, informatieve teksten de belangrijkste informatie over personen begrijpen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

dashboard.blooket.com