H4 taalverzorging voltooid deelwoord

1MH2: 11:30
Nodig: taalverzorging spelling: over het voltooid deelwoord. blz.110 
Camera aan - microfoon uit - actieve deelname 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1MH2: 11:30
Nodig: taalverzorging spelling: over het voltooid deelwoord. blz.110 
Camera aan - microfoon uit - actieve deelname 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag 1mh2 (2e les)
1. Opening ~3 min 
2. Uitleg voltooid deelwoord ~10 min 
3. Aan de slag met de oefentoets / voltooid deelwoord 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
  • Je kunt voltooide deelwoorden goed spellen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zie je een voltooid deelwoord staan?
A
is
B
heb gewerkt
C
herstellen
D
loop jij?

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met een voltooid deelwoord.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een werkwoord kan verschillende vormen hebben:



Uitleg werkwoordsvormen
persoonsvorm (pv)
hele werkwoord (hele ww)
voltooid deelwoord (vd)
Uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Staat er in een zin één werkwoord, dan is dat automatisch de persoonsvorm.

Staan er meer werkwoorden in de zin, dan weet je dankzij de tijdproef welke de persoonsvorm is. 

Voor de overige werkwoorden geldt dan dat je te maken hebt met een voltooid deelwoord en/of een heel werkwoord.





Drie werkwoordsvormen

Slide 8 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Als er één werkwoord in de zin staat, dan is dat altijd de persoonsvorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als er meer werkwoorden in de zin staan, dan vind je de persoonsvorm met de tijdproef.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je weet wat de persoonsvorm is, dan is het andere werkwoord altijd een voltooid deelwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een persoonsvorm kan samen met een heel werkwoord in een zin staan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord
ik heb gelopen
ik ben geland

Begint vaak met ge-
Staat nooit alleen in de zin --> vorm van hebben, zijn of worden

Heb je alle kommen afgewassen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord kan ook beginnen met andere voorvoegsels:

  • -be-
  • -ver-
  • -ont-
  • -her-
  •  -er-

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord
Kan eindigen op -en
Kan eindigen op -n
Kan eindigen op -t of -d
Hij heeft gelopen.
Zij heeft lang gestaan.
Zij zijn gisteren geland.
Oma heeft een deken gehaakt.
-t of -d? verlengproef of 't ex-kofschip / 't ex-fokschaap 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Deze week: H4 taalverzorging spelling: over het voltooid deelwoord + oefentoets af

vrijdag = alle opdrachten af! 

NU: oefentoets afmaken of aan de slag met voltooid deelwoord 
Ik blijf in de Meet voor vragen! 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgens mij heeft hij zijn haren niet gekam...

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgens mij heeft hij zijn haren niet gekam...

ik kamde

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgens mij heeft hij zijn haren niet gekamd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
De verjaardagstaart is erg zorgvuldig bereid.
Het konijn heeft de wortel in zijn bek geklemd.
Carolien heeft een man aan de haak geslagen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies