2.1 Menselijke en dierlijke cellen ll

2.1 Dierlijke cellen
Overzicht in dia's +
2x oefening
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2.1 Dierlijke cellen
Overzicht in dia's +
2x oefening

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kan de biologische organisatieniveaus herkennen.

  2. Je kan de functies van het celmembraan, het cytoplasma, het celskelet en de organellen van een dierlijke cel benoemen.
  3. Je herkent emergente eigenschappen.

Slide 2 - Tekstslide

Organisatie-niveaus

In de biologie kun je dingen op verschillende organisatieniveaus bestuderen.

De volgende dia's laten de niveau's zien van klein naar groot
bron 1

Slide 3 - Tekstslide

Molecuul
Een structuur die bestaat uit meerdere atomen en met alle eigenschappen van die bepaalde stof

Slide 4 - Tekstslide

Cel
Functionele basiseenheid van elk organisme
± 50 μm

Slide 5 - Tekstslide

Weefsel
Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie

Slide 6 - Tekstslide

Orgaan
Verschillende weefsels die samenwerken aan een bepaalde taak

Slide 7 - Tekstslide

Orgaanstelsel
Diverse organen die samen een bepaalde taak hebben

Slide 8 - Tekstslide

Populatie
Groep organismen van een bepaalde soort in een bepaald gebied

Slide 9 - Tekstslide

Ecosysteem
Een begrensd gebied waarbij de levende en levenloze natuur relaties hebben

Slide 10 - Tekstslide

Systeem Aarde
Een dynamisch systeem gevormd door alle fysische, chemische en biologische processen op aarde en hun onderlinge interacties

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Dierlijke cellen
Zoals je ze kent uit de onderbouw... 

Hoe heten de onderdelen 1 t/m 3 ook alweer?!

Slide 13 - Tekstslide

Dierlijke cellen
Zoals ze er echt uit zien... 

Je kunt het vergelijken met fabriekjes waarin celorganellen keihard werken om allerlei lichaamsfuncties mogelijk te kane

Slide 14 - Tekstslide

Celorganellen
Een onderdeel van een cel met een bepaalde functie
  • Celkern
  • Endoplasmatisch reticulum
  • Ribosoom
  • Golgi-apparaat 
  • Transportblaasjes
  • Mitochondrium
zie bron 5 van Nectar 2.1 voor de functies: Leer deze!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Begrip: Emergente eigenschap
Een nieuwe eigenschap op een hoger organisatieniveau, ontstaan door samenwerking van elementen op een lager niveau

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Lees 2.1 door in het boek en maak een begrippenlijst bij 2.1 
In Classroom vind je een document met daarin de belangrijkste begrippen. Vul het in voor de begrippen die je niet (goed) kent en doe dat in eigen woorden! Een voorbeeld kan goed helpen om het begrip beter te onthouden.

Af? Ga verder met het hw volgens de studiewijzer (les 7)

Slide 18 - Tekstslide