15-1 hv Interpunctie

Welkom bij Nederlands!
Heb je je boek, schrift & pen erbij?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Heb je je boek, schrift & pen erbij?

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Uitleg Blok 5 Spelling
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide


  • Info
  • Uitleg: Schrijven van betoog/meninggevende tekst
  • Werken
  • Vragen?
  • Afsluiting
Info
Vandaag eerst wat uitleg. Daarna ga je zelf aan het werk en kun je vragen stellen.

Nu al vragen?
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

LEESTEKENS

  • komma --> ,
  • aanhalingstekens --> "..."
  • dubbele punt --> :
  • puntkomma --> ;

Slide 4 - Tekstslide


  • Info
  • Uitleg: Schrijven van betoog/meninggevende tekst
  • Werken
  • Vragen?
  • Afsluiting
Komma - vervolg
  • Na een naam, aanhef of uitroep;
  • Voor een naam, aanhef of uitroep;
  • Voor en na een bijstelling;
  • Voor en na een uitbreidende bijzin;
  • Na een beperkende bijzin.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting
voorbeeld
"Poeh, moet dat allemaal naar boven?"
voorbeeld
"Komt u maar, meneer De Jong."
voorbeeld
"De getuige, Jochem Visser, kon zich geen details van de dader herinneren."
voorbeeld
"De bezoekers, die te laat aankwamen, mochten de zaal niet meer in."
voorbeeld
"Banen die groen zijn, kun je beter even laten rijpen."

Slide 5 - Tekstslide


  • Info
  • Uitleg: Schrijven van betoog/meninggevende tekst
  • Werken
  • Vragen?
  • Afsluiting
Komma
  • Tussen twee ww van een ander gezegde;
  • Tussen bijv. nw. die van plek kunnen wisselen;
  • Tussen de delen van een opsomming;
  • Voor voegwoorden: maar, want, omdat, doordat, hoewel, tenzij, terwijl, mits, zodat;
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting
voorbeeld
"Wie goed heeft opgelet, weet al wat ik ga vragen."
voorbeeld
"Dat is een kleine, blauwe tafel."
voorbeeld
"Wil je twee, drie of vier kaartjes bestellen?"
voorbeeld
"Ik blijf thuis, want ik moet nog veel huiswerk maken."

Slide 6 - Tekstslide


  • Info
  • Uitleg: Schrijven van betoog/meninggevende tekst
  • Werken
  • Vragen?
  • Afsluiting
Dubbele punt
  • Voor een citaat;
  • Voor een gedachte;
  • Voor een opsomming, verklaring of uitwerking.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting
voorbeeld
"Hij zei: 'We sluiten om zes uur.'
voorbeeld
"Ik dacht: dit kan nog weleens lang duren."
voorbeeld
"We kregen drie maaltijden: ontbijt, lunch en diner."
"We kwamen te laat: de trein was al weg."

Slide 7 - Tekstslide


  • Info
  • Uitleg: Schrijven van betoog/meninggevende tekst
  • Werken
  • Vragen?
  • Afsluiting
Puntkomma
  • Tussen twee zinnen die heel erg met elkaar te maken hebben;
  • In een langere opsomming i seen puntkomma soms overzichtelijker dan een komma.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting
voorbeeld
"We hebben een fijne vakantie gehad; vooral het weer was geweldig."

Slide 8 - Tekstslide


  • Info
  • Uitleg: Schrijven van betoog/meninggevende tekst
  • Werken
  • Vragen?
  • Afsluiting
Accenttekens
Deze zijn voor de uitspraak. Je gebruikt ze voor extra nadruk of in leenwoorden.
  • Accent aigu: streepje voorover
  • Accent grave: streepje achterover
  • Accent circonflexe: dakje
  • Cedille: 'komma' onder de c
  • Umlaut: dubbele punt op een klinker
  • Tilde: golfje op bijv. een n
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 9 - Tekstslide


  • Info
  • Uitleg: Schrijven van betoog/meninggevende tekst
  • Werken
  • Vragen?
  • Afsluiting
Accenttekens
Deze zijn voor de uitspraak. Je gebruikt ze voor extra nadruk of in leenwoorden.
  • Accent aigu: café, saté
  • Accent grave: crème, caissière
  • Accent circonflexe: gênant, enquête
  • Cedille: Curaçao, reçu
  • Umlaut: überhaupt, röntgen
  • Tilde: señor
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 10 - Tekstslide

De jongen riep: "pas op met oversteken hoor!!"
A
Alle leestekens/hoofdletters zijn juist
B
Alle hoofdletters/leestekens zijn niet juist

Slide 11 - Quizvraag

'Waarmee kan ik u helpen?', vroeg de medewerkster.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 12 - Quizvraag

We rijden vandaag door Nederland, België, en Luxemburg.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe laat begint de les vandaag!
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 14 - Quizvraag


Ezra vroeg of we ook een nieuwjaarsduik moesten nemen?
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 15 - Quizvraag

'Ik ken de leerstof heel erg goed maar die leestekens vind ik lastig.'

A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 16 - Quizvraag

welk accent gebruik ik hier?
coupé
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 17 - Quizvraag

Welk accent gebruik ik nu?
blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 18 - Quizvraag

Welk accent gebruik ik hier?
frêle
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 19 - Quizvraag

Welk accentteken gebruik je om nadruk te leggen op een woord?
A
Accent grave
B
Accent aigu
C
Accent circonflexe
D
Cedille

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord heeft een accent circonflexe?
A
barrière
B
cliché
C
crême

Slide 21 - Quizvraag

Afsluiting
Huiswerk
havo: Maak van Blok 5, Spelling, opdr. 1, 2, 4 & 5
vwo: Maak van Blok 5, Spelling, opdr. 1, 2, 3, 4 & 5

Slide 22 - Tekstslide