Observeren




Observeren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les




Observeren

Slide 1 - Tekstslide

Observeren
Bewust en doelgericht waarnemen van gedrag
Verzamelen van feitelijke informatie, en zo feitelijk beschrijven van wat je hoort en ziet

Slide 2 - Tekstslide

Gebruik maken van de zintuigen
  • Horen
  • Zien 
  • Tast
  • Proeven
  • Reuk 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zorg je voor een zo'n objectief mogelijke observatie:
  • Beschrijf wat je ziet en hoort
  • Is helemaal objectief observeren wel mogelijk?

  • Voorkom de valkuilen: 
  • Stemming, 
  • Halo effect, 
  • Horn effect
  • Eigen mening van observator


Slide 4 - Tekstslide

Halo effect = positief
Halo effect voorbeelden
Het effect kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat mensen aannemen dat als iemand fysiek aantrekkelijk is, ze ook een interessante persoonlijkheid zullen hebben.

Maar het kan er ook voor zorgen dat je een boek hogere beoordelingen geeft als je vindt dat het geschreven is door een aantrekkelijke auteur of als je de cover van het boek echt prachtig vindt.

Ook als een potentiële werkgever de sollicitant aantrekkelijk of sympathiek vindt, is de kans groter dat hij de persoon ook intelligent, competent en een goede match voor de baan vindt.


Slide 5 - Tekstslide

Horn effect = negatief
Piet is slecht in wiskunde en scoort gemiddeld een 4. Bij een pittig proefwerk scoort hij een 9. De docent vraagt zich even af hoe Piet die 9 heeft gehaald, heeft hij afgekeken?

Slide 6 - Tekstslide

Deze dame mag bij ons wel
komen mee eten thuis.
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

Ik zou deze vrouw op mijn nichtje van 3 laten passen
Ja
Nee

Slide 8 - Poll

Ik vertrouw deze persoon
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Objectief en subjectief
Objectief:
' Mevrouw Burak zegt dat ze moe is'
'Meneer Pieters heeft drie boterhammen gegeten

Subjectief:
Mevrouw Burak is moe
Meneer Pieters heeft veel gegeten
Meneer zeurt veel


Slide 10 - Tekstslide

De deur kan open en dicht
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 11 - Quizvraag

De toets Nederlands was makkelijk
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 12 - Quizvraag

Wat een vervelend kind
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 13 - Quizvraag

Sneeuw is wit
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 14 - Quizvraag

Kokend water is heet
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 15 - Quizvraag

Deze docent is aardig
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quizvraag

Wat is functie van observeren in het sociaal werk?

Slide 17 - Open vraag

Functie van observeren
Antwoord krijgen op bepaalde vragen
Iemand beter leren kennen
Als je een vraag hebt hoe te handelen
Als je rapporteert
Voorbeelden van vragen

Slide 18 - Tekstslide

Welke observatiemethoden en technieken ken je?

Slide 19 - Open vraag

Hoe observeren
Participerende observatie: onderzoeker en begeleider tegelijk
Niet-participerende observatie: uitsluitend als toeschouwer
  • Gestructureerde observatie: Je bepaalt vooraf welk gedrag je wilt observeren
Ongestructureerde observatie: je kijkt naar algemene aspecten van het gedrag, vaak bij nieuwe cliënten
Event sampling
Time sampling

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Casus
Jij bent begeleider  voor kinderen . 
De ouders van Tessa  (Tessa is 3 jaar met 2 paarden staartjes) merken dat Tessa het moeilijk vind om te delen met haar zusje en weten niet of dit "normaal"gedrag is (gedrag dat bij een  3 jarige hoort) Ze schakelen jou in om hun kind objectief te laten observeren.
Dit zal jij doen en je geeft aan dat je je bevindingen aan de ouders zal terugkoppelen.

Tijdens jet observeren kijk je naar: 
Wat gebeurde er? Wat was de aanleiding? Wat deed de Tessa? Hoe reageerde het zusje hierop?
En alle andere bijzonderheden.

(Aantekeningen tellen voor cijfer)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Opdracht
Werk je observatie zo compleet mogelijk uit in Word.
Hoe completer hoe beter je rollenspel zal zijn.
Opservatie doe je zelfstandig

Deze lever je in op ELO

Slide 24 - Tekstslide