Schrijfopdracht Nederlands - zakelijke mail

Een zakelijke mail schrijven
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Een zakelijke mail schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Zakelijke mail - tekstdoel
Wanneer schrijf je een zakelijke mail?
Een paar voorbeelden:
  • Je wilt een afspraak bij de tandarts verzetten
  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon
  • Je hebt een klacht over een gekochte broek
  • Je wilt je aanmelden voor een actie voor het goede doel

Slide 2 - Tekstslide

Zakelijke mail - publiek
Aan wie schrijf je een zakelijke mail?
Je schrijft een zakelijke mail aan iemand die je niet kent. Je bent dus geen vrienden of familie. Bijvoorbeeld:
  • De dokter
  • Een docent
  • Vodafone
  • De directeur van een bedrijf

Slide 3 - Tekstslide

Zakelijke mail - taalgebruik
Wat voor taalgebruik gebruik je in een zakelijke mail?
Je schrijft de mail aan iemand die je niet kent. Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. Dit noem je formeel taalgebruik (denk aan hoofdletters). Bijvoorbeeld:
  • Geen jij/je, maar U
  • Mevrouw Van der Veen
  • Meneer De Groot

Slide 4 - Tekstslide

Zakelijke mail - opzet
Een zakelijke mail heeft een vaste opzet, namelijk:
  • Aanhef
  • Inleiding
  • Middenstuk
  • Slot
  • Slotgroet 
  • Ondertekening

Slide 5 - Tekstslide

Zakelijke mail - aanhef
Wat staat er in de aanhef?
Je begint je zakelijke mail met een nette aanhef om hem goed en netjes te beginnen (denk aan hoofdletters). Na de aanhef komt altijd een komma. Bijvoorbeeld:
  • Geachte heer/mevrouw,
  • Geachte mevrouw Van Gaal,
  • Geachte meneer Venhuizen,

Slide 6 - Tekstslide

Zakelijke mail - inleiding
Wat staat er in de inleiding?
In de inleiding schrijf je wie je bent, waar je woont en hoe oud je bent (denk aan hoofdletters). Ook noem je de reden waarom je schrijft. Bijvoorbeeld:

  • Mijn naam is….. Ik ben … jaar en ik woon in ……
Ik schrijf u, omdat ……….

Slide 7 - Tekstslide

Zakelijke mail - middenstuk
Wat staat er in het middenstuk?
In het middenstuk geef je informatie en geef je antwoord op alle vragen die gesteld worden (staat in de opdracht). Bijvoorbeeld:
  • Ik heb 2 weken geleden een afspraak bij u in de praktijk gemaakt, maar nu is er iets tussen gekomen. Is het mogelijk om de afspraak naar een ander moment te verplaatsen?

Slide 8 - Tekstslide

Zakelijke mail - slot
Wat staat er in het slot?
In het slot vraag je om een reactie en bedank je de persoon aan wie je schrijft. Bijvoorbeeld:

  • Ik zie uw reactie graag tegemoet. Alvast bedankt voor de moeite.

Slide 9 - Tekstslide

Zakelijke mail - slotgroet
Wat staat er in de slotgroet?
In de slotgroet sluit je vriendelijk af. Na de groet komt altijd een komma. Bijvoorbeeld:

  • Met vriendelijke groeten,

Slide 10 - Tekstslide

Zakelijke mail - ondertekening
Wat staat er in de ondertekening?
In de ondertekening zet je je eigen voor- en achternaam (denk aan hoofdletters). Bijvoorbeeld:

  • Bas van Duivenbode
  • Lilian de Vries
  • Paulien De Groot-Veenstra

Slide 11 - Tekstslide

Zakelijke mail - tips
Hieronder nog een aantal tips voor het schrijven van een zakelijke mail:

  • Spreek de ander aan met 'u' en gebruik beleefde taal
  • Gebruik een witregel tussen alle onderdelen
  • Denk om hoofdletters bij namen

Slide 12 - Tekstslide

Geachte heer/ mevrouw,

Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een goede aanhef voor een zakelijke e-mail?

Slide 14 - Open vraag

'Hoi'' past meer bij een...
A
E-mail naar je leidinggevende
B
E-mail naar een zakelijke collega
C
Persoonlijke e-mail
D
E-mail naar een bedrijf

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef in een zakelijke e-mail?
A
Beste
B
Hallo
C
Geachte
D
Goedemorgen

Slide 16 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een
aanhef bij een zakelijke e-mail aan mevrouw Brandenburg.

Slide 17 - Open vraag

In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail
A
Bestaat uit één alinea
B
Bestaat uit minimaal drie alinea's

Slide 19 - Quizvraag

De kern van een zakelijke e-mail heeft altijd maar één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Waarom moet je witregels gebruiken tussen de alinea's bij een zakelijke
e-mail?

Slide 21 - Open vraag

Welk onderdeel hoort niet bij een zakelijke e-mail?
A
inleiding
B
kern
C
kop
D
slot

Slide 22 - Quizvraag

Wat vermeld je in de inleiding van een zakelijke e-mail?

Slide 23 - Open vraag

Hoe sluit je een zakelijke e-mail af?

Slide 24 - Open vraag

Hoe sluit je een zakelijke e-mail/brief af?
A
Toedels!
B
Groetjes,
C
Hoogachtend,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 25 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een slotgroet bij een zakelijke e-mail aan mevrouw Brandenburg.

Slide 26 - Open vraag

In een zakelijke (beleefde) e-mail gebruik je formele taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag