Verwijzen naar bezit

WELKOM BIJ NEDERLANDS
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM BIJ NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

PROGRAMMA
1 Lezen
2 Uitleg 
3Opdracht 
4 Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Lees in je leesboek
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

DOEL


WE WETEN HOE WE KUNNEN VERWIJZEN NAAR EEN BEZIT.


WE KUNNEN DIT GEBRUIKEN IN EEN TEKST.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

VERWIJZEN NAAR BEZIT
Sophie gebruikt Sophies pen om Sophies huiswerk te maken.

Het is duidelijk van wie de pen en het huiswerk zijn, maar toch leest dit niet prettig. 

Daarom gebruiken we een verwijswoord in een zin waarin een bezit staat. Je geeft dan aan van wie iets is. 

We noemen dit een bezittelijk voornaamwoord.


Slide 6 - Tekstslide

VERWIJZEN NAAR BEZIT
Sophie gebruikt haar pen om haar huiswerk te maken.

Zoals je ziet staat het verwijswoord (bez. vnw) altijd vóór het bezit waar het bij hoort.

Welk verwijswoord gebruik je dan? 
Dat heeft te maken met het onderwerp!

In dit geval gebruik je haar, omdat het onderwerp vrouwelijk is (Sophie).

Slide 7 - Tekstslide

VERWIJZEN NAAR BEZIT
Het is weer belangrijk om te weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is. 

Dan kan je aan de hand van het schema op de volgende dia bepalen welk verwijswoord je gebruikt. 

We kijken even samen naar het schema. 

Slide 8 - Tekstslide

VERWIJZEN NAAR BEZIT

Slide 9 - Tekstslide

Mijn broer en ik hebben ......
Suske & Wiskes op Marktplaats gezet.

Slide 10 - Open vraag

Hoe is het mogelijk dat ik ..........
toets zo verknald heb

Slide 11 - Open vraag

Mahmed had ..........
eigen wachtwoord veranderd.

Slide 12 - Open vraag

Netflix heeft tien populaire series van
.................. platform verwijderd.

Slide 13 - Open vraag

Tot de volgende keer!
Werken aan blz. 218,

 opdrachten 1 t-m 5

Slide 14 - Tekstslide

Tot de volgende keer!

Slide 15 - Tekstslide