Toets 4M Aspecten van de voorstelling en - vormgeving
1 / 11
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vraag 1
Dit is een schilderij van Corneille.
Noem minstens drie dingen die je in de voorstelling
van het schilderij ziet.
Dit is een schilderij van Corneille.
Noem minstens drie dingen die je in de voorstelling
van het schilderij ziet.
Slide 2 - Open vraag
Vraag 2
Bekijk nog eens het schilderij van Corneille.
Noem twee dingen die opvallen aan
de vormgeving van het schilderij.
Bekijk nog eens het schilderij van Corneille.
Noem twee dingen die opvallen aan
de vormgeving van het schilderij.
Slide 3 - Open vraag
Vraag 3
Dit is een schilderij van Pablo Picasso.
Beschrijf de voorstelling van het schilderij.
Dit is een schilderij van Pablo Picasso.
Beschrijf de voorstelling van het schilderij.
Slide 4 - Open vraag
Vraag 4
Bekijk nog eens het schilderij van Picasso.
Noem het opvallendste aspect van de vormgeving
van het schilderij.
Bekijk nog eens het schilderij van Picasso.
Noem het opvallendste aspect van de vormgeving
van het schilderij.
Slide 5 - Open vraag
Vraag 5
Dit is een schilderij van Paulus Potter. Beschrijf zo
uitgebreid mogelijk de voorstelling van het schilderij.
Dit is een schilderij van Paulus Potter. Beschrijf zo
uitgebreid mogelijk de voorstelling van het schilderij.
Slide 6 - Open vraag
Vraag 6
Op dit schilderij van Pieter Bruegel is het een vrolijke
bedoening.
Noem 3 aspecten van de voorstelling die deze vrolijkheid
ondersteunen.
Op dit schilderij van Pieter Bruegel is het een vrolijke
bedoening.
Noem 3 aspecten van de voorstelling die deze vrolijkheid
ondersteunen.
Slide 7 - Open vraag
Vraag 7
Op dit schilderij van Pieter Bruegel is het
een vrolijke bedoening. Noem 3 aspecten van de
vormgeving die deze vrolijkheid ondersteunen.
Op dit schilderij van Pieter Bruegel is het
een vrolijke bedoening. Noem 3 aspecten van de
vormgeving die deze vrolijkheid ondersteunen.
Slide 8 - Open vraag
Vraag 8
Op dit schilderij van Pieter Bruegel is het een vrolijke
bedoening.
Noem 2 aspecten van het kleurgebruik die deze
vrolijkheid ondersteunen.
Op dit schilderij van Pieter Bruegel is het een vrolijke
bedoening.
Noem 2 aspecten van het kleurgebruik die deze
vrolijkheid ondersteunen.
Slide 9 - Open vraag
Vraag 9
Op dit schilderij van Pieter Bruegel is het een vrolijke
bedoening. Geef aan hoe de schilder deze vrolijkheid
versterkt door kleurcontrasten toe te passen.
Noem drie voorbeelden.
Op dit schilderij van Pieter Bruegel is het een vrolijke
bedoening. Geef aan hoe de schilder deze vrolijkheid
versterkt door kleurcontrasten toe te passen.
Noem drie voorbeelden.
Slide 10 - Open vraag
Vraag 10
Bruegel weet te bereiken dat wij als kijker betrokken
worden bij het vrolijke tafereel.
Noem drie manieren waarop hij dat heeft gedaan.
Bruegel weet te bereiken dat wij als kijker betrokken
worden bij het vrolijke tafereel.
Noem drie manieren waarop hij dat heeft gedaan.
