Unit 2: (2.1) Vocabulary en Vergelijken (Comparison)

Today:
  • Nakijken 
(vocabulary: page 49, exercise 5)
  • Vergelijken (Comparison) 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Today:
  • Nakijken 
(vocabulary: page 49, exercise 5)
  • Vergelijken (Comparison) 

Slide 1 - Tekstslide

Puzzle: WB page 49 exercise 5
1. act  (optreden)                        6. while (terwijl)
2. colourful  (kleurig)           7. ticket (kaartje)
3. smoke (rook)                       8.  grab (grijpen)
4. performer (artiest)          9. terrifying (angstaanjagend)
5. ceiling (plafond)               10. suddenly (plotseling)
                                                       11. upside down (ondersteboven)

Slide 2 - Tekstslide

.Maak een zin over de drie fotos.

Slide 3 - Tekstslide

Degrees of comparison (trappen van vergelijking)
Player 1 is tall

Player 2 is taller than player 1. 

Player 3 is the tallest


Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog over de trappen van vergelijking?

Slide 5 - Woordweb

Degrees of comparison.

Slide 6 - Tekstslide

Comparatives and Superlatives
Voor het beschrijven van mensen en dingen  (bijvoeglijk naamwoorden)  zoals: 
 small, old, strong, cold and fast.

Slide 7 - Tekstslide

Voor het vergelijken van 2 dingen of mensen, 
voeg je toe:  '- er' (comparative/vergrotende trap) of
-est (superlative/overtreffende trap) aan het bijvoeglijk naamwoord.
The baseball is small
The tennis ball is smaller .
The golf ball is smallest of them all.

Slide 8 - Tekstslide

Comparatives and Superlatives
Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op  '-e' , voeg je enkel '-r '  of '-st '  toe !  :
safe - safer - safest

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een korte klinker  (a, e, i, o, u) + een medeklinker, dan verdubble je ook de medeklinker.
fit - fitter - fittest.

Slide 9 - Tekstslide

Comparatives and Superlatives
Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een  medeklinker + y, vervang je de laatste letter door:  -ier and -iest.

happy - happier - happiest

Slide 10 - Tekstslide

Comparatives and Superlatives
Voor bijvoegelijk naamwoorden met drie lettergrepen of meer, gebruik je  "more" bij vergrotende trap en 'most' in de overtreffende trap. Note: This is also the case for some two-syllable adjectives (such as awful, famous and boring).
practical - more practical - most practical
awful - more awful - most awful

Slide 11 - Tekstslide

Comparatives and Superlatives
Sommige bijvoeglijk naamwoorden hebben hun eigen onregelmatige vorm!
good/well - better - best
bad/ill - worse - worst
little - less - least
many/much - more - most

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link