Taalverzorging: hoofdletters en leestekens

Doelen
1. Aan het einde van de les kun je hoofdletters gebruiken.
2. Aan het einde van de les kun je punt, vraagteken, uitroepteken en komma gebruiken.
3. Je kunt dubbele punt en aanhalingstekens gebruiken.

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
DutchSecondary Education

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doelen
1. Aan het einde van de les kun je hoofdletters gebruiken.
2. Aan het einde van de les kun je punt, vraagteken, uitroepteken en komma gebruiken.
3. Je kunt dubbele punt en aanhalingstekens gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Friet uit de muur
België het land van de frieten test een frietautomaat we trekken al kroketten frikadellen en kaassoufflés uit de muur dus waarom geen frieten uit de frietautomaat bij de friethoek van  solutions kunnen mensen een frietje kopen voor € 2,50 binnen 90 seconden krijg je een frietje met zout en een sausje een aantal landen heeft al frietautomaten maar België beweert betere friet te serveren de Belgen gebruiken namelijk speciale plantaardige olie tijdens het proces zouden deze frietjes mou echt de dikke Belgische frieten vervangen
Naar: www.horecatrends.com, op 1 mei 2014

Slide 2 - Tekstslide

Vind je de tekst prettig om te lezen? Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Open vraag

Friet uit de muur
België het land van de frieten test een frietautomaat we trekken al kroketten frikadellen en kaassoufflés uit de muur dus waarom geen frieten uit de frietautomaat bij de friethoek van  solutions kunnen mensen een frietje kopen voor € 2,50 binnen 90 seconden krijg je een frietje met zout en een sausje een aantal landen heeft al frietautomaten maar België beweert betere friet te serveren de Belgen gebruiken namelijk speciale plantaardige olie tijdens het proces zouden deze frietjes mou echt de dikke Belgische frieten vervangen
Naar: www.horecatrends.com, op 1 mei 2014

Slide 4 - Tekstslide

De tekst bestaat uit een titel en zeven zinnen. Noteer de eerste twee woorden van zin 1.

Slide 5 - Open vraag

Friet uit de muur
België het land van de frieten test een frietautomaat we trekken al kroketten frikadellen en kaassoufflés uit de muur dus waarom geen frieten uit de frietautomaat bij de friethoek van  solutions kunnen mensen een frietje kopen voor € 2,50 binnen 90 seconden krijg je een frietje met zout en een sausje een aantal landen heeft al frietautomaten maar België beweert betere friet te serveren de Belgen gebruiken namelijk speciale plantaardige olie tijdens het proces zouden deze frietjes mou echt de dikke Belgische frieten vervangen
Naar: www.horecatrends.com, op 1 mei 2014

Slide 6 - Tekstslide

De tekst bestaat uit een titel en zeven zinnen. Noteer de eerste twee woorden van zin 2.

Slide 7 - Open vraag

Friet uit de muur
België het land van de frieten test een frietautomaat we trekken al kroketten frikadellen en kaassoufflés uit de muur dus waarom geen frieten uit de frietautomaat bij de friethoek van  solutions kunnen mensen een frietje kopen voor € 2,50 binnen 90 seconden krijg je een frietje met zout en een sausje een aantal landen heeft al frietautomaten maar België beweert betere friet te serveren de Belgen gebruiken namelijk speciale plantaardige olie tijdens het proces zouden deze frietjes mou echt de dikke Belgische frieten vervangen
Naar: www.horecatrends.com, op 1 mei 2014

Slide 8 - Tekstslide

De tekst bestaat uit een titel en zeven zinnen. Noteer de eerste twee woorden van zin 3.

Slide 9 - Open vraag

Friet uit de muur
België het land van de frieten test een frietautomaat we trekken al kroketten frikadellen en kaassoufflés uit de muur dus waarom geen frieten uit de frietautomaat bij de friethoek van  solutions kunnen mensen een frietje kopen voor € 2,50 binnen 90 seconden krijg je een frietje met zout en een sausje een aantal landen heeft al frietautomaten maar België beweert betere friet te serveren de Belgen gebruiken namelijk speciale plantaardige olie tijdens het proces zouden deze frietjes mou echt de dikke Belgische frieten vervangen
Naar: www.horecatrends.com, op 1 mei 2014

Slide 10 - Tekstslide

De tekst bestaat uit een titel en zeven zinnen. Noteer de eerste twee woorden van zin 4.

Slide 11 - Open vraag

Friet uit de muur
België het land van de frieten test een frietautomaat we trekken al kroketten frikadellen en kaassoufflés uit de muur dus waarom geen frieten uit de frietautomaat bij de friethoek van  solutions kunnen mensen een frietje kopen voor € 2,50 binnen 90 seconden krijg je een frietje met zout en een sausje een aantal landen heeft al frietautomaten maar België beweert betere friet te serveren de Belgen gebruiken namelijk speciale plantaardige olie tijdens het proces zouden deze frietjes mou echt de dikke Belgische frieten vervangen
Naar: www.horecatrends.com, op 1 mei 2014

Slide 12 - Tekstslide

De tekst bestaat uit een titel en zeven zinnen. Noteer de eerste twee woorden van zin 5.

Slide 13 - Open vraag

Friet uit de muur
België het land van de frieten test een frietautomaat we trekken al kroketten frikadellen en kaassoufflés uit de muur dus waarom geen frieten uit de frietautomaat bij de friethoek van  solutions kunnen mensen een frietje kopen voor € 2,50 binnen 90 seconden krijg je een frietje met zout en een sausje een aantal landen heeft al frietautomaten maar België beweert betere friet te serveren de Belgen gebruiken namelijk speciale plantaardige olie tijdens het proces zouden deze frietjes mou echt de dikke Belgische frieten vervangen
Naar: www.horecatrends.com, op 1 mei 2014

Slide 14 - Tekstslide

De tekst bestaat uit een titel en zeven zinnen. Noteer de eerste twee woorden van zin 6.

Slide 15 - Open vraag

Friet uit de muur
België het land van de frieten test een frietautomaat we trekken al kroketten frikadellen en kaassoufflés uit de muur dus waarom geen frieten uit de frietautomaat bij de friethoek van  solutions kunnen mensen een frietje kopen voor € 2,50 binnen 90 seconden krijg je een frietje met zout en een sausje een aantal landen heeft al frietautomaten maar België beweert betere friet te serveren de Belgen gebruiken namelijk speciale plantaardige olie tijdens het proces zouden deze frietjes mou echt de dikke Belgische frieten vervangen
Naar: www.horecatrends.com, op 1 mei 2014

Slide 16 - Tekstslide

De tekst bestaat uit een titel en zeven zinnen. Noteer de eerste twee woorden van zin 7.

Slide 17 - Open vraag

Waarom leestekens en hoofdletter?
Hoofdletter en leestekens maken een tekst makkelijker om te lezen. Je weet waar een zin begint en eindigt en je begrijpt de tekst ook beter.

Slide 18 - Tekstslide

Weet je nog? Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 19 - Open vraag

Hoofdletters
1. Aan het begin van een zin.
2. Bij namen: Juan Garcia, Juan van der Linden, Aruba, Savaneta, Keke, Kerstmis, Tweede Wereldoorlog, 
3. Afgeleid van Aardrijkskundige namen: Arubaanse jongen, de jongen is Arubaan.

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van winkels
B
Namen van parken
C
Namen van seizoenen
D
Namen van bergen

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van feestdagen
B
Namen van restaurants
C
Namen van maanden
D
Namen van boeken

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
1. Dagen
2. Maanden
3. Seizoenen
4. Windstreken

Slide 23 - Tekstslide

Wat gaat hier niet goed en waarom?

Slide 24 - Tekstslide

Kun je mij dit plaatje uitleggen?

Slide 25 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een punt, uitroepteken en vraagteken?

Slide 26 - Open vraag

Een komma zet je tussen
A
2 voegwoorden
B
2 persoonsvormen
C
2 moeilijke woorden

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Punt
1. Achter elke zin.
2. Achter of in sommige afkortingen: d.m.v., mevr., etc.

Slide 29 - Tekstslide

Vraagteken
Na een directe vraag.

Zou ik naar huis mogen gaan?

Slide 30 - Tekstslide

Uitroepteken
Om aan te geven dat iemand luid roept of om een bevel aan te geven.

'Ophouden!', schreeuwde de docent.

Slide 31 - Tekstslide

Komma
1. Als pauzeteken in de zin: Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.
2. Tussen de delen van een opsomming: Ik houd van dansen, eten, sporten en kletsen.

Slide 32 - Tekstslide

Komma
Tussen 2 persoonsvormen
Als je mij uitnodigt, moet je voor mij betalen.

Slide 33 - Tekstslide

Welke van de onderstaande zinnen is een citaat?
A
Juf Elshot zei: 'Telefoons zijn verboden in de les.'
B
Juf Elshot zet dat telefoons verboden zijn in de les.

Slide 34 - Quizvraag

Citaten
- Iemands woorden worden letterlijk herhaald
- Dubbele punt 
- Aanhalingstekens
- Na aanhalingsteken--> hoofdletter

Slide 35 - Tekstslide

Met welk leesteken moet de zin worden afgesloten?

De vlieger van Mark belandde in een boom
A
? (Vraagteken)
B
. (Punt)
C
! (Uitroepteken)

Slide 36 - Quizvraag

Met welk leesteken moet de zin worden afgesloten?

Ik vraag me af of Nederlands wel door gaat
A
? (Vraagteken)
B
. (Punt)
C
! (Uitroepteken)

Slide 37 - Quizvraag

Met welk leesteken moet de zin worden afgesloten?

Op welke dag valt Valentijnsdag
A
? (Vraagteken)
B
. (Punt)
C
! (Uitroepteken)

Slide 38 - Quizvraag

Met welk leesteken moet de zin worden afgesloten?

De buurman schreeuwde dat Kyra haar mond moest houden
A
? (Vraagteken)
B
. (Punt)
C
! (Uitroepteken)

Slide 39 - Quizvraag

Met welk leesteken moet de zin worden afgesloten?

Pas op voor de auto
A
? (Vraagteken)
B
. (Punt)
C
! (Uitroepteken)

Slide 40 - Quizvraag

Met welk leesteken moet de zin worden afgesloten?

Het is de vraag of er genoeg broodjes zijn voor de hele klas
A
? (Vraagteken)
B
. (Punt)
C
! (Uitroepteken)

Slide 41 - Quizvraag

Tussen welke 2 woorden moet er een komma staan?

In de straat vind je kippen ezels en koeien.

Slide 42 - Open vraag

Tussen welke 2 woorden moet er een komma staan?

Terwijl Lionel op vakantie was hebben ze zijn kamer geschilderd.

Slide 43 - Open vraag

Tussen welke 2 woorden moet er een komma staan?

Mijn moeder heeft de top van Hooiberg niet bereikt omdat ze hoogtevrees heeft.

Slide 44 - Open vraag

Tussen welke 2 woorden moet er een komma staan?

Het was druk in het lokaal totdat juf Lampe het lokaal binnenkwam.

Slide 45 - Open vraag

Tussen welke 2 woorden moet er een komma staan?

Omdat ik over 2 maanden een groot feest heb ben ik nu bezig te lijnen.

Slide 46 - Open vraag

Verander de zin in een citaat.
Juf Elshot zei dat ze iets later kwam.

Slide 47 - Open vraag

Verander de zin in een citaat.
Mijn moeder vroeg of het eten meer smaak nodig had.

Slide 48 - Open vraag

Verander de zin in een citaat.
Sophie vertelde dat het examen makkelijk was.

Slide 49 - Open vraag

Doelen bereikt?
1. Aan het einde van de les kun je hoofdletters gebruiken.
2. Aan het einde van de les kun je punt, vraagteken, uitroepteken en komma gebruiken.
3. Je kunt dubbele punt en aanhalingstekens gebruiken.

Slide 50 - Tekstslide