Pluriforme Samenleving herhaling hoofdstuk 1,2 en 3

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

herhaling

We beginnen bij hoofdstuk 1:

Veel culturen in één land

Wat hoort er niet bij de Nederlandse pluriforme samenleving?

1. Verschillende subculturen
2. Verschillende godsdiensten
3. Dezelfde kledingstijl bij alle Nederlanders
4. Een dominante cultuur

Welke van deze 4 antwoorden hoort niet bij de dominante cultuur van Nederland?

1. 80 uur per week werken
2. Brood als ontbijt
3. Je mag geloven wat je wilt
4. Dodenherdenking op 4 mei

Wat hoort er bij een subcultuur in Nederland?

1. Koningsdag vieren
2. Je verjaardag vieren
3. Studio Sport kijken op zondagavond
4. Stemrecht vanaf 18 jaar

Van welke groep zijn er het meest in Nederland?

1. Duitsers
2. Surinamers
3. Belgen
4. Polen

Wat is geen feest wat bij een speciaal geloof past?

1. Suikerfeest
2. Bevrijdingsdag
3. Kerst
4. Pasen

Laatste vraag:
Wat vind je (tot nu toe) van het hoofdstuk pluriforme samenleving?

1. Moeilijk
2. Leuk
3. Saai
4. Interessant

Het woord Pluriform betekent:

1. veel talen
2. veel landen
3. veel mensen
4. veelkleurig

Kenmerken van een pluriforme samenleving zijn:

1. Er is één dominante cultuur en veel subculturen
2. Er is maar één godsdienst toegestaan
3. subculturen zijn verboden

De nederlandse taal hoort bij:

1. de nederlandse etnische cultuur
2. de nederlandse subcultuur
3. de dominante duitse cultuur
4. de dominante nederlandse cultuur

Huiswerk 

4.1 Blz. 91

Opdracht 5, 7 en samenvatting paragraaf 4.1