Dagbesteding - Hoofdstuk 2 (2.1 & 2.2) (les 4)

Dagbesteding H2 (les 1)
Terugblik
2.1 & 2.2 Participatie en emancipatie
Dagbesteding hoofdstuk 2 (les 1)
Terugblik
2.2 Participatie en emancipatie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding H2 (les 1)
Terugblik
2.1 & 2.2 Participatie en emancipatie
Dagbesteding hoofdstuk 2 (les 1)
Terugblik
2.2 Participatie en emancipatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Susan traint 3 keer in de week voor hockey. Dit doet ze met veel plezier en merkt dat ze elke training wat beter wordt en de techniek meer beherst. 
Voor je oma boodschappen doen, omdat ze in de risicogroep valt omtrent COVID-19. 
Je bent pizza's aan het bakken voor het avondeten. 
Je koopt een porsche (dit is een dure auto). 
Na weken sollicteren heb je een baan gevonden. Hierdoor heb je meer zekerheid over je financiele situatie. 
Zelfrealisatie
Fysiologische behoeften
Waardering
Veiligheid en zekerheid
Sociale acceptatie

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn er momenteel vooral verantwoordelijk voor de financiering van zorg en welzijn?
A
De regering
B
De gemeente
C
De burger zelf
D
De zorgverzekeraars

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan de student uitleggen wat participatie betekent.
  • Aan het einde van de les kan de student uitleggen wat emancipatie betekent.
  • Aan het einde van de les kan de student het verband uitleggen tussen participatie en emancipatie.
  • Aan het einde van de les kan de student belangrijke aandachtspunten in het proces van emancipatie vertellen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De betekenis van dagbesteding voor de cliënt
Dagbesteding geeft structuur en tal van mogelijkheden om contacten te leggen. Dagbesteding kun je inzetten om doelen te halen. Je formuleert de doelen op basis van een hulpvraag. Dagbesteding is een middel voor de cliënt om mee te tellen. Het biedt mogelijkheden om onderdeel te zijn van de maatschappij.
Onze maatschappij heeft meedoen hoog in het vaandel staan.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Participatie
  • Participatie = het als volwaardig burger kunnen deelnemen aan wat er in de samenleving gebeurt.

  • Participatie is belangrijk op de volgende gebieden:

             Scholing: ieder heeft het recht zich te ontplooien, ontwikkelen.
             Vrije tijd: ieder heeft het recht zich te ontspannen, verbonden te voelen, leven en beleven.
             Werk: ieder heeft recht op waardering voor zijn prestaties en de verantwoordelijk om een bijdrage te leveren aan zijn                         eigen (economisch) bestaan. 

  • Je kunt participatie onderverdelen in verschillende manieren:
  1. Participatie breed en smal
  2. Participatie afgebakend naar domein
  3. Actieve en passieve participatie
  4. Indeling naar doel en mate van interactie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Participatie kun je o.a. indelen in breed en smal. Wat is volgens jou brede participatie?
timer
1:30

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Participatie indelen
Breed en smal
  • Participatie breed: het gaat om het meedoen aan het maatschappelijke verkeer en al zijn facetten en ook andere vormen van betrokkenheid  
  • Participatie smal: het draait om deelname aan een bepaalde activiteit.
Naar domein
  • Participatie heeft betrekking op een activiteit in een bepaald (maatschappelijk) domein. Bv. sport, onderwijs, vrijwilligerswerk of betaalde arbeid. 
Actief en passief
  • Het verschil is de inzet die het vraagt van de deelnemer.
Doel en mate van interactie
  • De participatieladder is hiervoor ontworpen


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Participatieladder
  • Participatieladder= de opbouw in gradatie van het niveau van meedoen in de samenleving van mensen. De zes niveaus (treden) van de ladder gaan van nergens aan meedoen tot volledige deelname.




Slide 9 - Tekstslide

Bedenk in tweetallen activiteiten / voorbeelden die je kunt indelen in de participatieladder.
Noem van trede 3 (deelnemen aan activiteiten) een voorbeeld.
timer
1:30

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Emancipatie
= zoveel als opkomen voor jezelf
  • Geëmancipeerd zijn wil zeggen dat anderen naar je kijken zoals je bent en je accepteren zoals je bent.

Mensen met een specifieke achtergrond willen ondanks hun 'anders-zijn'
zichzelf zijn. Als medewerker MZ ondersteunt de cliënt in het grip krijgen op zijn eigen leven.
Hierbij is een goede afstemming belangrijk, zodat de cliënt zijn autonomie
behoudt. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een groep mensen uit de samenleving die aan emancipatie doen/gedaan hebben.
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke aandachtspunten bij emancipatie

  • Gelijkwaardigheid --> je gaat naast de cliënt staan. Belangrijk hierbij zijn wederzijdse communicatie en de noodzaak van onderstaande communicatie.
  • Keuzevrijheid --> eigen keuzes kunnen en mogen maken. Dit vraagt om specifieke benadering.
  • Ondersteuning --> uitgangspunt is flexibiliteit en vraaggericht werken.
  • Sociale (ondersteuning) netwerken --> rekening houden met de ervaringsdeskundigheid van de omgeving is belangrijk. 
  • Respectvolle bejegening --> omgang met elkaar, het is een grondhouding die een voorwaarde is voor empathische benadering. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is participatie?
timer
1:00
A
Opbouw in gradatie van het niveau van meedoen in de samenleving van mensen.
B
Het als volwaardig burger kunnen deelnemen aan wat er in de samenleving gebeurt.
C
Mensen met een specifieke achtergrond eisen gelijke rechten op.
D
Deelname aan een bepaalde activiteit.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is emancipatie?
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • Thieme 2.1: niveau 3 & 4: opdracht 1
  • Verwerkingsopdracht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies