POËZIE - STROFE. RIJM, RITME

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecondary Education

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Elk van beide strofes uit dit gedicht van Menno Wigmans is een....

Voor bijna alles heb ik mij geschaamd.
Mijn nek, mijn haar, mijn handschrift en mijn naam,

de schooltas die ik van mijn moeder kreeg,
mijn vader die zich in een blazer hees,

A
distichon
B
terzet
C
kwatrijn
D
sextet

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Dit gedicht van Robin Veen bestaat uit
A
twee distichons en twee terzinen
B
twee terzinen en een sextet
C
twee kwatrijnen en een terzine
D
twee kwatrijnen en twee terzinen

Slide 7 - Quizvraag

Zo´n gedicht noemen we een

Slide 8 - Open vraag

In een sonnet zit altijd een VOLTA (een wending). Waar zit die in OOIT?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

RIJMEN en dichten

Slide 12 - Tekstslide

Wat rijmt op MAN

Slide 13 - Open vraag

Wat rijmt op KOPEN

Slide 14 - Open vraag

Wat rijmt op KINDEREN?

Slide 15 - Open vraag

Dit zijn allemaal voorbeelden van VOLRIJM (op basis van klank)

Slide 16 - Tekstslide

Maar in poëzie vinden we ook HALFRIJM (assonanties en alliteraties)

Slide 17 - Tekstslide

De Lenige Liefde (de titel van een dichtbundel van Herman De Coninck) is een voorbeeld van een
A
alliteratie
B
assonantie

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Bedenk zelf een alliteratie met een M

Slide 20 - Open vraag

Een voorbeeld van sterk allitererende poëzie is het begin van "Boutade" van P.A. de Genestet:

O land van mest en mist,
van vuilen kouden regen,
doorsijperd stukske grond,
vol killen dauw en damp,
vol vuns, onpeilbaar slijk en ondoorwaadbre wegen,
vol jicht en paraplu’s,
vol kiespijn en vol kramp!

Slide 21 - Tekstslide

Mijn lEven met jou dElen
is een voorbeeld van een
A
alliteratie
B
assonantie

Slide 22 - Quizvraag

Bedenk zelf een voorbeeld van een ASSONANTIE

Slide 23 - Open vraag

Welke assonanties herken je in Martinus Nijhoffs gedicht "Awater"
‘O moeder, nooit zult gij de bontjas dragen
waarvoor elk dubbeltje werd omgedraaid,
en niet meer ga ik op mijn vrije dagen
met een paar bloemen naar het hospitaal,
maar breng de rozen naar de Kerkhoflaan...’

Slide 24 - Tekstslide

VOLrijm (mannelijk, vrouwelijk en glijdend) en halfrijm (alliteraties en assonanties) zijn vormen van rijm op basis van KLANK

Slide 25 - Tekstslide

Maar je kan rijm ook benoemen op basis van de PLAATS die het inneemt in een versregel

Slide 26 - Tekstslide

BEGIN, MIDDEN, EIND, BINNEN (één versregel) en KETTINGRIJM


zie p. 11 in je cursus

Slide 27 - Tekstslide

Bedenk een beginrijm op
"Dromen van het nieuwe jaar"

Slide 28 - Open vraag

Bedenk een eindrijm op
"Dromen van het nieuwe jaar"

Slide 29 - Open vraag

Bedenk een binnenrijm op
"Dromen van het nieuwe jaar"

Slide 30 - Open vraag

De Drammerige Dromer is een
A
vrouwelijk rijm
B
assonantie
C
alliteratie
D
mannelijk rijm

Slide 31 - Quizvraag

Twee kleine eendjes
Mee met moeder

A
beginrijm
B
middenrijm
C
binnenrijm
D
eindrijm

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide