Architectuur H4/V4 DH

ARCHITECTUUR
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
CKVMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

ARCHITECTUUR

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NOEM EEN AANTAL KENMERKEN DIE JE VINDT PASSEN BIJ HET BEGRIP: ARCHITECTUUR?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een architect werkt met ruimte en licht.
Middelen om gebouwen van elkaar te onderscheiden zijn:

• Vorm / Kleur
• Het formaat
• Het materiaal waar de buitenkant van is gemaakt.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende Vormsoorten
  •  Geometrische vormen

  •  Organische vormen  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voeg hier een afbeelding van een geometrisch gebouw toe

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voeg hier een afbeelding van organisch gebouw toe

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Frank Gehry
Een bijzondere bouwstijl is het 'Deconstructivisme'. De Canadese architect Frank Gehry werd hiermee beroemd.

Kijk nu goed naar de gebouwen van Frank Gehry.
 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Dit filmpje naar eigen inzicht stoppen.
Duurt anders te lang!
Waarom denk je dat deze stijl 'Deconstructivisme' wordt genoemd?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
Je krijgt nu van je docent twee  A4-tjes.

A: Verfrommel het A4-tje. Trek het daarna weer enigszins uit elkaar, zodat er een ruimtelijke vorm ontstaat. Probeer van de papierfrommel een vorm te maken die een gebouw-ontwerp zou kunnen zijn.

B: Probeer met een potlood de vorm van jouw gebouw-ontwerp na te tekenen. Het zou mooi zijn als je de tekening een beetje 3D weet te maken en om deze in te kleuren met schaduwwerking en/of arcering.




Slide 12 - Tekstslide

Het beste is om een JFC-schrijfblaadje voor het verfrommelen te gebruiken.
Voor de tekening A4 tekenpapier, potloden en eventueel (markeer) stiften.
WERKBLAD
Je krijgt nu van je docent de vervolgopdracht in de vorm van een werkblad. Invullen en toevoegen aan je Kunstdossier.

Succes!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies