Les 2 paragraaf 3.5 (1C)
1 / 38
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Meteorologen zijn mensen die.....
A
zich bezighouden met planten en dieren
B
het heelal bestuderen
C
het weer bestuderen
D
het menselijk lichaam bestuderen
Slide 3 - Quizvraag
Goed of fout?
De meetinstrumenten van meteorologen staan op het land.
De meetinstrumenten van meteorologen staan op het land.
A
Goed
B
Fout
Slide 4 - Quizvraag
Goed of fout?
De meetinstrumenten van meteorologen staan op het land.
De meetinstrumenten van meteorologen staan op het land.
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Welk weerselement wordt meestal niet in een algemeen weerbericht genoemd?
A
temperatuur
B
luchtdruk
C
wind
D
neerslag
Slide 7 - Quizvraag
Welk weerselement wordt meestal niet in een algemeen weerbericht genoemd?
A
temperatuur
B
luchtdruk
C
wind
D
neerslag
Slide 8 - Quizvraag
In Nederland is het in het ....gemiddeld warmer.
A
noorden
B
zuiden
Slide 9 - Quizvraag
's zomers is het in......vaak wat warmer.
A
de kustgebieden
B
het binnenland
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
's winters is het in......vaak wat warmer.
A
de kustgebieden
B
het binnenland
Slide 12 - Quizvraag
's winters is het in......vaak wat warmer.
A
de kustgebieden
B
het binnenland
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
In Nederland hebben op sommige plaatsen heuvels. Hier vallen....
A
stijgingsregens
B
stuwingsregens
C
frontale regens
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Boven steden valt jaarlijks gemiddeld...
A
meer neerslag
B
minder neerslag
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
In Nederland hebben we het vaakst een .....
A
aanlandige wind
B
aflandige wind
Slide 21 - Quizvraag
Dit zijn de plaatsen waar het gemiddeld het hardst waait....
A
binnenland
B
kustgebieden
