1basis 1.8 spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom                1.8 Spelling

Je pakt:

-laptop/boek

-schrift Nederlands 

-studiewijzer

-leesboek

Planning 

• Even luisteren...
  


• Instapopdracht
• Uitleg
• Maken
• Lesdoelen check 

https://open.spotify.com/track/0GRc10CjRqO0wtXUnxR1uY?si=14ddbc1ef4c44c48

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

- De stam van een werkwoord benoemen 

- De pv in de tegenwoordige tijd schrijven

- Leestekens juist gebruiken: . ! ?

Maken 

Instapopdracht 1

Klaar? Lees de theorie alvast.

Wie weet het verschil tussen de stam en de ik-vorm?

1.8 stam 

De stam is het hele werkwoord zonder -en. 

De stam van het werkwoord brengen is breng en de stam van het werkwoord koken is kok. 

Je zegt wel: ik breng, maar niet ik kok. Dus let op: bij de ik-vorm van sommige werkwoorden veranderen er letters:

Hele ww:                 Stam -en:       Ik vorm:

brengen                  breng               ik breng

koken                       kok                   ik kook

stoppen                   stopp               ik stop

 

LET OP!

Stam van blozen

Ik-vorm van blozen

Stam van kijken

Ik-vorm van kijken

Maken 1.8

Opdracht 2 en 3

Klaar? Lees en maak opdracht 4.

Bespreken: 2 en 3

Lesdoelen check

Wat is de stam van reizen?

Wat is de ik-vorm van reizen?

Wat is de stam van beloven?

1. beloof
2. belof
3. belov
4. beloov

Wat is de ik-vorm van beloven?

1. beloof
2. belof
3. belov
4. beloov

Welkom          1.8 Spelling (deel 2)

Je pakt:

-laptop/boek

-schrift Nederlands 

-studiewijzer

-leesboek

Planning 

• Denkvierkant


• Uitleg
• Maken
• Lesdoelen check 

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

- De stam van een werkwoord benoemen 

- De pv in de tegenwoordige tijd schrijven

- Leestekens juist gebruiken: . ! ?

1.8 uitleg

persoonsvorm in de tegenwoordige tijd: 3 vormen

1. ik-vorm:      ik geloof, ik raad, ik vind                

2. hij-vorm:   ik-vorm + t      

   (hij/zij/jij/het)

3. wij-vorm:   hele werkwoord (infinitief)

  (jullie/wij/zij)

Bij twijfel: controleer met 'loop'

hij pest,  zij gelooft, het gebeurt,  jij vindt

wij pesten,  zij vertellen, jullie geloven

Maken en bespreken 1.8 

Klassikaal: opdracht 4

Zelfstandig: opdracht 5 en 6

Lesdoelen check

Hij (geloven) alles wat hij hoort!

Ik (geven) Piet veel snoep.

Welkom                1.8 Spelling

Je pakt:

-laptop/boek

-schrift Nederlands 

-studiewijzer

-leesboek

Planning 

• Even luisteren...
  


• Instapopdracht
• Uitleg
• Maken
• Lesdoelen check 

https://open.spotify.com/track/31TZG9ivW7nWl14OWVoCak?si=daaf248d8c6b4c03

Jullie krijgen het refrein zonder leestekens. Probeer leestekens (,.!?) te plaatsen. 

Leestekens

Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een leesteken.

• punt (gewone zin): De deelnemers persenteren hun act.
• vraagteken (vraagzin): Zijn ze erg zenuwachtig?
• uitroepteken (uitroep): Doe je best!

Maken 1.8

Bespreken 4, 5 en 6.

Opdracht 7 t/m 10

Lesdoelen behaald? 

Pak het refrein er weer bij!

Wissel je tekst uit met je buurman/buurvrouw.