werk les 2

de verzorgingsstaat
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

de verzorgingsstaat

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat betekent verzorgingsstaat?

Slide 3 - Open vraag

Hoe ziet een verzorgingsstaat eruit?
De overheid:

  1. Beschermt burgers tegen verlies  van inkomen (sociale zekerheid)
  2. Zorgt  voor welzijnsvoorzieningen (gezondheidszorg, huis en onderwijs)
  3. Zorgt dat de verschillen tussen arm en rijk niet groter worden
  4. zorgt voor voldoende werkgelegenheid voor iedereen (groei economie)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wie wilden het liefst dat er een verzorgingsstaat kwam?
A
Links
B
Rechts

Slide 6 - Quizvraag

In ruil voor het accepteren van de lage lonen zou de overheid een begin maken met:
A
Met het herstellen van de huizen
B
Met het herstellen van de infrastructuur
C
Met de opbouw van de verzorgingsstaat
D
Met de opbouw van de economie

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke periode past de term verzorgingsstaat?

A
1900-1930
B
1930-1940
C
1940-1945
D
1945-heden

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

problemen:

* Werkloosheid gaat omhoog, dus ook de kosten voor deze uitkeringen.

* Door vergrijzing stijgt  het aantal mensen met een AOW-uitkering.

* Toename van het aantal arbeidsongeschikten, dus een stijging in de kosten van deze uitkeringen.

-> de kosten liepen te hoog op!

Slide 10 - Tekstslide



Afhankelijkheid van uitkeringen duurde soms te lang.


Sommige mensen maakten misbruik van de verzekeringen en voorzieningen.

Slide 11 - Tekstslide

wat kan de overheid doen om de kosten onder controle te houden?

* bezuinigen op uitkeringen

* meer controleren op misbruik

* zorgen voor meer werkgelegenheid


Slide 12 - Tekstslide

Welke oplossing zou jij hebben voor de hoge kosten van de verzorgingsstaat?

Slide 13 - Open vraag

Werk verandert:

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Met welke baan is de kans het grootst dat dit wordt overgenomen door computers/robots?
A
verpleegkundige
B
secretaresse
C
pedagogisch medewerker
D
loopbaanadviseur

Slide 16 - Quizvraag

Waarom zal het werk als pedagogisch medewerker niet zo gauw geautomatiseerd worden?

Slide 17 - Open vraag

In welke sector komen er veel banen bij?

Slide 18 - Open vraag

mechanisering
Sinds de industriële revolutie (1860) is er sprake van mechanisering op de arbeidsmarkt: machines ondersteunen mensen bij hun werk, zoals een graafmachine en een heftruck. Zij vervangen menselijke spierkracht maar niet de mensen zelf. Het werk is hierdoor makkelijk geworden voor mensen.



Slide 19 - Tekstslide

automatisering
Sinds de komst van computers (1950) is er sprake automatisering op de arbeidsmarkt: computers (programma's) nemen het werk van mensen (deels) over, vooral sinds er de laatste jaren robots worden ontwikkeld. Automatisering heeft gevolgen voor de arbeidsmarkt: verwacht wordt dat robots in de toekomst steeds meer werk van laagopgeleide mensen gaan overnemen. Automatisering kan zowel zorgen voor taakverarming als taakverrijking.

Slide 20 - Tekstslide

• Taakverarming: een werknemer hoeft minder taken uit te voeren omdat machines een deel van het werk doen, bijvoorbeeld een lasersnijder die automatisch een vorm maakt - dit kan het werk makkelijker en saaier maken)


• Taakverrijking: een werknemer moet meer taken uitvoeren omdat het ingewikkelder is geworden, bijvoorbeeld het feit dat een automonteur nu ook veel van computers weten - dit kan het werk moeilijker en uitdagender maken). 

Slide 21 - Tekstslide

informatisering
Ongeveer de laatste 20 jaar is er sprake van informatisering op de arbeidsmarkt: 
mensen gebruiken computers (tablets, smartphones etc.) om informatie te krijgen, delen en gebruiken - dit is sterk verbonden met automatisering. 

Informatisering heeft gevolgen voor de arbeidsmarkt: 
- mensen kunnen flexibeler werken;
- mensen hebben meer vrijheid om te kiezen waar en wanneer ze werken. 

Door informatisering is het werk voor veel mensen makkelijker geworden, terwijl (met name ouderen) het soms lastig vinden om te leren omgaan met alle nieuwe ontwikkelingen. 

Slide 22 - Tekstslide

Denk aan het werk wat jij misschien later wilt doen.
Wat gaat daar denk je de komende 20 jaar veranderen?

Slide 23 - Open vraag

Waar zal je zelf nog beter in moeten worden om klaar te zijn voor de toekomst?

Slide 24 - Open vraag

Volgende les:
Vragen inleveren voor je verslag

Slide 25 - Tekstslide