wel/geen n

Wel of geen gebruik -n

Woorden als andere, enkele, enige, meeste, sommige, vele, verscheidene en weinige, beste en grootste krijgen in het meervoud een -n als ze zelfstandig gebruikt worden (er staat geen zelfstandig naamwoord achter en je kunt dit er ook niet achter zetten) én naar personen verwijzen.

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wel of geen gebruik -n

Woorden als andere, enkele, enige, meeste, sommige, vele, verscheidene en weinige, beste en grootste krijgen in het meervoud een -n als ze zelfstandig gebruikt worden (er staat geen zelfstandig naamwoord achter en je kunt dit er ook niet achter zetten) én naar personen verwijzen.

Slide 1 - Tekstslide

Hugo en Arjan zijn beiden vandaag jarig.
Beiden verwijst naar Hugo en Arjan en dit zijn personen. Er staat geen zelfstandig naamwoord achter beiden en dat kun je er ook niet achter zetten.

De jongens zitten allen op voetbal. 
Allen verwijst naar de jongens, dit zijn personen en het is zelfstandig gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer geen -n?
Je zet geen -n achter de genoemde woorden als er achter het woord een zelfstandig naamwoord staat of als je dat er kan neerzetten/denken. Ook gebruik je geen -n als het woord niet naar personen verwijst, maar naar zaken of dieren.


Slide 3 - Tekstslide

• Beide mannen zijn erg sportief.
Achter beide staat mannen. Dus geen -n toevoegen.

• De meeste cursisten hebben hun boek bij zich, maar sommige zijn hun boek vergeten.
Achter meeste staat cursisten, dus geen -n toevoegen. Achter sommige kun je cursisten toevoegen. Dus ook geen -n.

Slide 4 - Tekstslide

• De bedrijven gingen beide failliet.
Beide verwijst naar bedrijven (zaak), dus geen -n toevoegen.

• Er stonden vijf honden aan het hek; alle blaften naar de fietser.
Alle verwijst naar honden (dier), dus geen -n toevoegen.

Slide 5 - Tekstslide

De honden liepen .....langs de weg
A
beide
B
beiden

Slide 6 - Quizvraag

......voorstellen zijn afgekeurd
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 7 - Quizvraag

Jan en Kees hadden ....last van muggen.
A
beide
B
beiden

Slide 8 - Quizvraag

Ik belde hem eerst en toen alle ........
A
andere
B
anderen

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb jullie ......gewaarschuwd!
A
beide
B
beiden

Slide 10 - Quizvraag

waren in de uitverkoop.
A
Beide
B
Beiden

Slide 11 - Quizvraag