NN7 - Meer dan lezen §6 - Opdracht 3 - 2V

Opdracht 3
NN7 - Meer dan lezen §6 - 2V
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Opdracht 3
NN7 - Meer dan lezen §6 - 2V

Slide 1 - Tekstslide

Wat we gaan doen

  • Vandaag gaan we verder met §6 'Stappenplan lezen'. Overzichtelijk lesje vandaag.
  • We lezen zo Tekst 2 op blz. 43.
  • We maken samen opdracht 3.
  • Je hebt behalve je laptop ook je lesboek en een pen nodig.

Slide 2 - Tekstslide

Gamers zijn vaak eenzaam.
Mee eens
Niet mee eens

Slide 3 - Poll

Gamen kun je beter niet met je beste vrienden doen.
Mee eens
Niet mee eens

Slide 4 - Poll

Gamen draagt bij aan je algemene ontwikkeling.
Mee eens
Niet mee eens

Slide 5 - Poll

We lezen met elkaar Tekst 2 - Gamen maakt socialer.


Slide 6 - Tekstslide

We gaan van elke alinea de kernzin zoeken. Pak een pen en onderstreep of markeer steeds per alinea de kernzin. 

Slide 7 - Tekstslide

(1) Het is een hardnekkig misverstand dat gamen iets is wat je in je eentje met de gordijnen dicht doet. Gamers voldoen niet aan dit stereotype. Ze vormen een zeer diverse groep, net zoals filmliefhebbers, voetbalfanaten en postzegelverzamelaars ook niet allemaal hetzelfde zijn. En dat gamen iets is wat je vooral alleen doet, klopt ook niet. Wetenschapper Geert Verheijen (Radboud Universiteit) onderzocht hoe jongeren het liefste gamen en uit zijn onderzoek kwam naar voren dat ze bij voorkeur samen spelletjes doen.

Slide 8 - Tekstslide

(1) Het is een hardnekkig misverstand dat gamen iets is wat je in je eentje met de gordijnen dicht doet. Gamers voldoen niet aan dit stereotype. Ze vormen een zeer diverse groep, net zoals filmliefhebbers, voetbalfanaten en postzegelverzamelaars ook niet allemaal hetzelfde zijn. En dat gamen iets is wat je vooral alleen doet, klopt ook niet. Wetenschapper Geert Verheijen (Radboud Universiteit) onderzocht hoe jongeren het liefste gamen en uit zijn onderzoek kwam naar voren dat ze bij voorkeur samen spelletjes doen.

Slide 9 - Tekstslide

(2) Als jongeren het liefste samen gamen, verdiept het zelfs hun vriendschapsband als ze tegen elkaar spelen en elkaar complimenten en adviezen geven. Ook dat blijkt uit het onderzoek van Verheijen. Hij liet in een experiment scholieren Mario Kart spelen. ‘Als ze tegen elkaar streden en elkaar complimenten gaven over de rijstijl of een inhaalactie van de ander, dan nam de vriendschapskwaliteit toe. Dat kwam door deze positieve competitie.’

Slide 10 - Tekstslide


(2) Als jongeren het liefste samen gamen, verdiept het zelfs hun vriendschapsband als ze tegen elkaar spelen en elkaar complimenten en adviezen geven. Ook dat blijkt uit het onderzoek van Verheijen. Hij liet in een experiment scholieren Mario Kart spelen. ‘Als ze tegen elkaar streden en elkaar complimenten gaven over de rijstijl of een inhaalactie van de ander, dan nam de vriendschapskwaliteit toe. Dat kwam door deze positieve competitie.’

Slide 11 - Tekstslide

(3) Daarnaast keek Verheijen naar het effect van samenwerken tijdens het spelen. Uit eerdere onderzoeken was gebleken dat het leidt tot socialer gedrag wanneer je elkaars hulp nodig hebt in een videogame. Verheijen: ‘Maar daarvoor vond ik geen bewijs. Dat kan door de setting komen, want andere experimenten werden gedaan in een lab met mensen die elkaar niet kenden. Ik testte met echte vrienden op school, een bekende omgeving voor jongeren.’

Slide 12 - Tekstslide

(3) Daarnaast keek Verheijen naar het effect van samenwerken tijdens het spelen. Uit eerdere onderzoeken was gebleken dat het leidt tot socialer gedrag wanneer je elkaars hulp nodig hebt in een videogame. Verheijen: ‘Maar daarvoor vond ik geen bewijs. Dat kan door de setting komen, want andere experimenten werden gedaan in een lab met mensen die elkaar niet kenden. Ik testte met echte vrienden op school, een bekende omgeving voor jongeren.’

Slide 13 - Tekstslide

(4) Uit het onderzoek van Verheijen blijkt bovendien dat jongeren die samen gamen, minder eenzaam zijn. ‘Ik vond echter ook dat jongeren die altijd alleen spelen, zich juist eenzamer voelen over de jaren heen. Er is dus wel een verband tussen samen gamen en (verhoogde) eenzaamheid.’

Slide 14 - Tekstslide

(4) Uit het onderzoek van Verheijen blijkt bovendien dat jongeren die samen gamen, minder eenzaam zijn. ‘Ik vond echter ook dat jongeren die altijd alleen spelen, zich juist eenzamer voelen over de jaren heen. Er is dus wel een verband tussen samen gamen en (verhoogde) eenzaamheid.’

Slide 15 - Tekstslide

(5) Het aantal uren dat je speelt, heeft geen effect op hoe goed je je voelt, en of je veel contact met anderen hebt. ‘Hoelang je gamet, maakt niet uit. Wel van invloed is hoe je speelt, welke motivatie je hebt en met wie je het doet’, aldus Verheijen. Dit komt doordat mensen op verschillende manieren gamen. De een speelt Grand Theft Auto met een vriend en rijdt dan alleen een beetje door de stad. Een ander gebruikt datzelfde spel om zoveel mogelijk mensen te vermoorden.

Slide 16 - Tekstslide

(5) Het aantal uren dat je speelt, heeft geen effect op hoe goed je je voelt, en of je veel contact met anderen hebt. ‘Hoelang je gamet, maakt niet uit. Wel van invloed is hoe je speelt, welke motivatie je hebt en met wie je het doet’, aldus Verheijen. Dit komt doordat mensen op verschillende manieren gamen. De een speelt Grand Theft Auto met een vriend en rijdt dan alleen een beetje door de stad. Een ander gebruikt datzelfde spel om zoveel mogelijk mensen te vermoorden.

Slide 17 - Tekstslide

(6) Games kunnen op zoveel manieren gespeeld worden, dat je ook niet kunt stellen dat een bepaald spel slecht voor iemand is. Een ander goed voorbeeld is Minecraft. Dat wordt ook zo verschillend gebruikt: om te vechten, te bouwen en mensen te ontmoeten. ‘Je moet daarom altijd kijken naar het karakter van de gamer, diens gedrag en op wat voor manier diegene gamet.’

Slide 18 - Tekstslide

(6) Games kunnen op zoveel manieren gespeeld worden, dat je ook niet kunt stellen dat een bepaald spel slecht voor iemand is. Een ander goed voorbeeld is Minecraft. Dat wordt ook zo verschillend gebruikt: om te vechten, te bouwen en mensen te ontmoeten. ‘Je moet daarom altijd kijken naar het karakter van de gamer, diens gedrag en op wat voor manier diegene gamet.’

Slide 19 - Tekstslide

(7) Ondanks deze positieve geluiden wordt er vaak nog negatief naar gamen gekeken. ‘Dat komt door wat we technopaniek noemen’, legt Verheijen uit. ‘Van nieuwe technologie worden veel mensen eerst bang voor mogelijke negatieve gevolgen. Onbekend maakt onbemind. Zo is het door de eeuwen heen altijd gegaan. Toen de boekdrukkunst werd uitgevonden, waren er klachten over het lezen, bij de introductie van de televisie zouden jongeren zombies worden en in het verleden werd zelfs geklaagd toen krijtjes werden vervangen door pennen. Technopaniek bestaat en het zorgt ervoor dat veel mensen niet goed zien hoe divers het gamen is, en minder geneigd zijn de positieve kanten ervan te omarmen.’

Slide 20 - Tekstslide

(7) Ondanks deze positieve geluiden wordt er vaak nog negatief naar gamen gekeken. ‘Dat komt door wat we technopaniek noemen’, legt Verheijen uit. ‘Van nieuwe technologie worden veel mensen eerst bang voor mogelijke negatieve gevolgen. Onbekend maakt onbemind. Zo is het door de eeuwen heen altijd gegaan. Toen de boekdrukkunst werd uitgevonden, waren er klachten over het lezen, bij de introductie van de televisie zouden jongeren zombies worden en in het verleden werd zelfs geklaagd toen krijtjes werden vervangen door pennen. Technopaniek bestaat en het zorgt ervoor dat veel mensen niet goed zien hoe divers het gamen is, en minder geneigd zijn de positieve kanten ervan te omarmen.’

Slide 21 - Tekstslide

We gaan nog een paar tekstverbanden en signaalwoorden opzoeken. 
Weet je ze nog? 

Spiek anders nog even op blz. 10 en 17.

Slide 22 - Tekstslide

Onderstreep in de tekst de signaalwoorden en zet in de kantlijn welk tekstverband erbij hoort. 

(3) Daarnaast keek Verheijen naar het effect van samenwerken tijdens het spelen. Uit eerdere onderzoeken was gebleken dat het leidt tot socialer gedrag wanneer je elkaars hulp nodig hebt in een videogame. Verheijen: ‘Maar daarvoor vond ik geen bewijs. Dat kan door de setting komen, want andere experimenten werden gedaan in een lab met mensen die elkaar niet kenden. Ik testte met echte vrienden op school, een bekende omgeving voor jongeren.’

Slide 23 - Tekstslide

Onderstreep in de tekst de signaalwoorden en zet in de kantlijn welk tekstverband erbij hoort. 

(3) Daarnaast (opsommend verband) keek Verheijen naar het effect van samenwerken tijdens het spelen. Uit eerdere onderzoeken was gebleken dat het leidt tot socialer gedrag wanneer je elkaars hulp nodig hebt in een videogame. Verheijen: ‘Maar (tegenstellend verband) daarvoor vond ik geen bewijs. Dat kan door (oorzakelijk verband) de setting komen, want (redengevend verband) andere experimenten werden gedaan in een lab met mensen die elkaar niet kenden. Ik testte met echte vrienden op school, een bekende omgeving voor jongeren.’

Slide 24 - Tekstslide

Tot zover weer!

Slide 25 - Tekstslide