Burgerschap: juridisch-politieke dimensie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Aanleiding
Voorkennis ophalen
Van vroeger naar nu
Huidig systeem
'Beken kleur'
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis ophalen

Slide 3 - Tekstslide

Waar is 'democratie' ontstaan?
A
Griekenland (Athene)
B
Egypte (Alexandrië)
C
Italië (Rome)
D
Frankrijk (Parijs)

Slide 4 - Quizvraag

Van welke Griekse woorden is democratie afgeleid?
A
Demos (burger van een staat) Cratos (macht)
B
Demos (voorbeeld) Cratos (heerschappij)
C
Dem (macht) Oscra (kiezen) tos (volk)
D
Dem (man) Oscra (macht) tos (stem)

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de oudste, nog bestaande, politieke partij in Nederland?
A
PvdA
B
Christenunie
C
SGP
D
CDA

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten van het liberalisme?
A
Vrijheid, gelijkheid en broederschap
B
Eigen volk eerst, streng asielbeleid
C
Vrijheid, gelijkheid en verantwoordelijkheid van het individu
D
Regulering van kapitalisme. Verbeteren lage/middenklasse

Slide 7 - Quizvraag

Wat is in Nederland een liberale partij?
A
CDA
B
PVV
C
Groen-Links
D
VVD

Slide 8 - Quizvraag

Wat is in Nederland een 'links' georiënteerde partij?
A
D'66
B
PvdA
C
Christenunie
D
BBB

Slide 9 - Quizvraag

Uit hoeveel zetels bestaat de Nederlandse Tweede Kamer
A
100
B
200
C
76
D
150

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel zetels moet een coalitie minimaal hebben om een meerderheid in de Tweede Kamer te hebben.
A
150
B
74
C
75
D
76

Slide 11 - Quizvraag

Atheense vs Europese democratie

Slide 12 - Tekstslide

Atheense democratie

- Oudste democratie (508 v. Chr.)
- Sterkste democratie (40x stemmen per jaar)
- Alleen mannen boven de 30 jaar mogen stemmen
Vrouwen, slaven en vreemdelingen geen stemrecht
Europese/Nederlandse democratie

- Democratische verkiezingen sinds 1848 (Grondwet Thorbecke)
- (Normaal) 1 keer stemmen in de vier jaar)
-  18 jaar en ouder met een Nederlands paspoort 
- Keuze voor een politieke partij

Slide 13 - Tekstslide

Directe democratie

- Eerste democratie (Griekenland)
- Nu in Zwitserland (volk beslist via referenda direct mee over Staatszaken) 
Indirecte democratie

- Volk stemt voor een volksvertegenwoordiging
- Varianten: parlementaire democratie (Duitsland, Nederland) en presidentiële democratie (Amerika)

Slide 14 - Tekstslide

Ontstaan politiek landschap
Verzuiling: 4 stromingen (Katholieke, Protestant-Christelijk, Socialistische, Liberale zuil)
* Sportclub, krant, school, vakbond, omroep

Ontzuiling: Begint na WO II: oprichting PvdA (1946): Niet alleen sociaal-democraten, maar ook P.C. en Katholieken.
* Midden jaren '60 zet dit door: ontkerkelijking, groeiende welvaart en individuele ontplooiing.

Slide 15 - Tekstslide

Politiek Nederland

Slide 16 - Tekstslide

Huidig politiek landschap Nederland
Stromingen: Liberalisme, Socialisme/Sociaal-democratie en Christen-democratie, Populisme

Liberalisme: persoonlijke vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en weinig overheidsbemoeienis (VVD, D'66)
Socialisme/Sociaal-democraten: gelijke kansen, geleidelijke veranderingen, positie armen verbeteren (PvdA, Groen-Links, SP)
Christen-democraten: gezin, normen/waarden Christendom, gespreide verantwoordelijkheid (CDA, ChristenUnie, SGP)
Populisme: Stellen standpunten op op basis van gevoelens die onder de bevolking leven (PVV)

Specifieke doelgroep: o.a. 50+ en PvdD

Slide 17 - Tekstslide

Organisatie Nederlandse politiek
Tweede kamer (150 zetels): coalitie (minimaal 76 zetels=meerderheid) oppositie (maximaal 75 zetels)

Stemmen vanaf 18 jaar en Nederlandse nationaliteit
Elke stem telt even zwaar

Kiesdeler: aantal stemmen wat nodig is voor één zetel

Slide 18 - Tekstslide

Eigen politieke voorkeur

Slide 19 - Tekstslide

Politieke voorkeur en onderwijs
Vergelijk standpunten politieke partijen ten aanzien van onderwijs:

- Wat zijn overeenkomsten/verschillen?
- Welke partij heeft, op basis van deze standpunten, jouw voorkeur?
- Bij wie is deze anders, dan z'n algemene voorkeur?

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je van deze les geleerd?

Slide 21 - Open vraag

Terugblik en afsluiting

Slide 22 - Tekstslide