6.5 Absolute macht



Geschiedenis
Introductie
6.5 Absolute macht
Geschiedenis
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
6.5 Absolute macht
Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel


Je kunt het begrip absolutisme koppelen aan:
  • Controle adel
  • Nationaal leger
  • Droit divin
  • Edict van Nantes


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


L'État, c'est Moi

  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme

  • Lodewijk XIV was een Franse koning met asolute macht. 
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)

  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Slide 4 - Tekstslide


De Zonnekoning

  • Lodewijk XIV (1638-1715) was één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
  • Hij werd koning toen hij 5 jaar was. Tot zijn 23e werd Frankrijk daarom bestuurd door eerste minister Mazarin.

  • Hij zorgde ervoor dat iedereen naar Lodewijk zou luisteren en dat hij de absolute macht had.

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

De 1e stand
  • De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters

Slide 8 - Tekstslide

De 2e stand

  • De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.



Slide 9 - Tekstslide

De 3e stand
  • De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.

  • De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 10 - Tekstslide

Welke beeldelementen tonen de uitbuiting van de derde stand?
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 11 - Sleepvraag

Opkomst van het absolutisme
- Adel is tijdens middeleeuwen heel machtig --> eigen legertjes, privileges veel grond in bezit.
- 16e eeuw zijn er godsdienstoorlogen tussen hugonoten en katholieken.
- Rond 1598 iedereen verplicht katholiek. Maar Hugonoten mogen in honderd steden de baas blijven en eigen kerken hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Waarom had Lodewijk XIV een speciale hekel aan de adel?

Slide 13 - Woordweb

De adel onder de duim
Alle edelen moesten naar Versailles, want hier kon Lodewijk XIV ze in de gaten houden.

Hij werd ook Zonnekoning genoemd, omdat hij, net als de zon, in het middelpunt stond van alles. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Nationaal leger
  • De oude rangen worden vervangen.
  • Het leger wordt gereorganiseerd.
  • Uiteindelijk wordt het Franse leger het modernst van heel Europa.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Waarom zorgt een nationaal georganiseerd leger voor absolutisme?

Slide 18 - Woordweb

Edict van Nantes


Het Edict van Nantes werd ongeldig verklaard (1685): de Franse protestanten ( hugenoten ) hadden geen vrijheid van godsdienst meer.


één wet, één geloof (katholiek), één vorst

Slide 19 - Tekstslide

´Droit divin´

Bossuet

Goddelijk recht= Koning is plaatsvervanger van God op aarde

Slide 20 - Tekstslide

Colbertisme
  • Uitgangspunt: Te kort aan edelmetaal (geld)


  • Strategie: 
- Grenzen afsluiten voor import
- Binnenlandse economische verkeer stimuleren. 

Slide 21 - Tekstslide

Wat is absolutisme?
A
Een vorm van regeren waarbij het parlement alle macht heeft.
B
Een vorm van regeren waarbij het volk alle macht heeft.
C
Een vorm van regeren waarbij de koning alle macht heeft.
D
Een vorm van regeren waarbij een dictator alle macht heeft.

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekend: droit divin?
A
Goddelijke standenvergadering
B
Rechtgevende koning
C
Goddelijk recht om te regeren
D
Geestelijkheid is de eerste stand.

Slide 23 - Quizvraag

Door het Colbertisme...
A
stroomt je het geld van het binnenland naar het buitenland
B
stroomt het geld in beide richtingen
C
stroomt het geld van het buitenland naar het binnenland

Slide 24 - Quizvraag

welke bewering is juist?
A
In 1685 besloot Lodewijk het protestantisme te verbieden.
B
Lodewijk de XIV was een Hugonoot.
C
Lodewijk de XIV werd ook wel Napoleon Bonaparte genoemd.
D
Frankrijk heerste over veel gebieden in Noord-oost-Afrika.

Slide 25 - Quizvraag

Waarom was het terugtrekken van het Edict van Nantes een teken van absolutisme?

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Tekstslide

De slag bij Malpaquet in 1709 was een van de bloedigste veldslagen waar Lodewijk XIV bij betrokken was. Op één dag kwamen 20.000 mensen om. Het was een oorlog die niets opleverde en veel geld kostte. De vrouwen linksonder op de afbeelding ontdoen de lijken van hun kleren, voor hen is deze oorlog wel winstgevend.
Wat waren de ECONOMISCHE gevolgen van het absolutisme en de vele oorlogen voor de gewone mensen in Frankrijk?

Slide 28 - Tekstslide

    Positief:

  •     Lodewijk had de adel politiek buitenspel gezet.
  •     De belasting inning verbeterd en de economie gemoderniseerd.
  •     De Franse kunst en cultuur voorbeeld voor Europese vorsten.

    Nadelig:
  • De hoge kosten van oorlogen
  • hofhouding en feesten zorgden voor steeds hogere belastingen boeren en burgers
  • Meer ontevredenheid bij burgers, boeren.
De gevolgen van de absolute heerschappij van Lodewijk

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video