Laatste les 5H Kua

Laatste les 5H Kua
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Laatste les 5H Kua

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag laatste les
Leerstof
Leren vs. oefenen
Wat moet je echt niet doen?
Slimme tips voor het examen
Examenvraag maken

herhalen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor leren (50% leren, 50% oefenen)

1. Geen details, namen of jaartallen uit je hoofd leren.
Wel uit je hoofd leren: analysebegrippen, rijtjes met kenmerken, andere begrippen (zoals geabstraheerd, engagement, multidisciplinair, eclectisch, reliek, spitsboog, syllabisch).
2. Het gaat om grote lijnen, vernieuwingen kunnen verklaren, verbanden leggen, verschillen en overeenkomsten, analyseren.
3. Oefen met examens. Kijk naar correctiemodel. Volledig antwoord geven is heel moeilijk!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips tijdens het examen
1. Je denkt eerst: wat is dit nou weer? 
Daarna: ik kan elk kunstwerk analyseren.
2. Kijk of het een toepassingsvraag (kunstanalyse)- of inzichtsvraag (kennis) is. Wat moet je doen?
3. Zorg dat je alle (moeilijke) woorden begrijpt. Woordenboek!
4. Welke kant word ik opgestuurd? Signaalwoorden, de bron, aantal punten. Goed lezen!
5. Antwoord heel volledig; wees niet te snel tevreden en leg alles uit.
Kunstanalyse = aspect + waarneming + uitleg + conclusie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Markeren tekst
Vraag markeren

Slide 6 - Tekstslide

hoe werkt het in facet?

Markeer de opgave
Verschrikkelijk:
voorstelling en vormgeving verwisselen...
modernisme en postmodernisme verwisselen...
"omdat ze het mooi vonden"....
"dat zie ik aan de lichaamshouding"..
Bij een I(nzicht)-vraag niks invullen...
De bron niet gebruiken in het antwoord...
3/4-puntenvragen leeg laten...
Bij een vergelijking maar 1 kant noemen...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fantastisch! 
1. Volledige antwoorden 
Kunstanalyse = aspect + waarneming + uitleg + conclusie
2. leesbare antwoorden
3. Zoveel mogelijk vragen gemaakt, in ieder geval met veel punten.
4. 2e corrector die jullie niet kent, gaat jouw antwoord goedkeuren.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besefmoment... 1e stap bij voorbereiding


Meestal weet je niet, wat je niet meer weet...
Het is heel veel leerstof.
Ga door de syllabus, streep aan wat je blijkbaar niet meer weet. Zoek op waar het over gaat/wat het betekent.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

accenten in syllabus
Examenblad > Kunst algemeen > syllabus havo 2025

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding CSE KUA
De twee belangrijkste dingen voor je toets voorbereiding
LEER: 50%
- De accenten (Syllabus)
- De begrippen en kenmerken van stromingen (lessonup/boek)
OEFENEN: 50%
- Met antwoord geven via kop-romp-staart
- Met de explicitering van begrippen en termen (syllabus)
- Examenopgaven en controleren antwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CONTROLEER
CONTROLEER ook jouw antwoorden met het antwoordmodel. 

De antwoorden uit het antwoordmodel geven een goed beeld van de nauwkeurigheid waarmee je vragen moet beantwoorden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
aspecten van de VOORSTELLING
aspecten van de VORMGEVING
Wat zie ik?
Wat hoor ik?
Wat is het verhaal?
Hoe klinkt het ?
Hoe is het schilderij ingedeeld ?
Hoe bewegen de danseressen over het podium  ?
Hoe wordt de sfeer weggezet in de film ?
Welke materialen zijn gebruikt?
Hoe ziet het kostuum eruit?

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

VOORSTELLING vs VORMGEVING
  • Voorstelling: Wat wordt er afgebeeld? Wie? Waar? Verhaal? 
  • Vormgeving: Hoe wordt dit afgebeeld? Check je analyseboekje voor de beeldende aspecten (compositie, licht, kleur etc.)
---> Objectief

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
afbeelding 1
In München ontstond in 1911 een kunstenaarsgroep rond de Rus Wassily
Kandinsky (1866-1944). De groep organiseerde exposities en bracht in mei 1912
een almanak (jaarboek) uit met als titel Der Blaue Reiter. De door Kandinsky
vormgegeven omslag van dit boek is illustratief voor de nieuwe kunstopvatting
van deze groep kunstenaars.
2p  Noem twee aspecten van het omslagontwerp die vernieuwend waren.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2p Noem twee aspecten van het omslagontwerp die vernieuwend waren.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
twee van de volgende:
− De voorstelling is geabstraheerd/gedeformeerd weergegeven.
− De afbeelding (en de letters) ogen geïmproviseerd / als een schets of
voorstudie (en niet als een af/doorwerkt eindproduct).
− De afbeelding is geïnspireerd op (thema's uit) 'primitieve' kunsten
(volkskunst, middeleeuwse kunst).
− Het beeld oogt plat / er wordt geen (lineair) perspectief toegepast.
per juist antwoord 1 


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2
In de almanak werden eveneens voorbeelden van niet-westerse kunst,
volkskunst en kunst van kinderen en amateurs opgenomen. De kunstenaars die deze almanak samenstelden waren bijzonder geïnteresseerd in al deze vormen van 'primitieve' kunst.
1p  Geef een verklaring voor deze interesse.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kunstenaars die deze almanak samenstelden waren bijzonder geïnteresseerd in al deze vormen van 'primitieve' kunst.
1p Geef een verklaring voor deze interesse.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Het antwoord dient de volgende strekking te hebben:
Deze kunstenaars waren op zoek naar oorspronkelijkheid / zuiverheid /
eenvoud / een spirituele eenheid / een innerlijke werkelijkheid (dit
meenden zij aan te treffen in 'primitieve' culturen en in deze 'primitieve'
kunst).

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijk het modernisme en het postmodernisme met elkaar.
Noem 3 manieren hoe deze stromingen verschillen.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- CULTUUR VAN DE KERK
- CULTUUR VAN HET MODERNE
- MASSACULTUUR
Meestal gaat vraag 1-9 over Cultuur van de Kerk.

De rest van het examen over modern & massa

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

cultuur van de kerk

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 CULTUUR VAN HET MODERNE

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MODERN
Less is more
Less is a bore
de waarheid bestaat niet, ik maak wat ik tof vind
Kunst geeft vorm aan de waarheid waarnaar men op zoek is.
eclecticisme
Hoge cultuur
Hoge en lage cultuur versmelten

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Accenten binnen het onderwerp MODERNISME (1e helft 20e eeuw)
  1. avantgardistische stromingen; 
  2. expressie en abstractie;
  3. architectuur: functionalisme; ontwikkelingen in de kunsten in Rusland (bijvoorbeeld constructivisme);  
  4. psychologisch realisme (Konstantin Stanislavski) en episch theater (Bertolt Brecht);
  5. vernieuwing van de academische dans (bijvoorbeeld Les Ballets Russes) en ontstaan moderne theaterdans (bijvoorbeeld Isadora Duncan, Martha Graham); dansrages;
  6. expressionisme en atonaliteit in de muziek; ontstaan nieuwe muzieksoorten: blues en jazz;
  7. ontwikkelingen en experimenten binnen film (bijvoorbeeld Sergei Eisenstein, Duits expressionisme, Hollywoodgenres en animaties).

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Avantgardistische stromingen
- Jonge generatie kunstenaars, gaan met nieuwe kunstvormen experimenteren
- Expressionisten, Futuristen, en Kubisten
- Riepen vernieuwing uit, breken met het verleden

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EXPRESSIE
Uitdrukking van 
het innerlijke (gevoel) van de kunstenaars​

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABSTRACTIE
Abstracte kunst geeft de zichtbare werkelijkheid niet weer
Een kunstwerk hoeft geen vertaling te zijn van wat je ogen zien. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Functionalisme en constructivisme
- architectuur: functionalisme - ontwikkelingen in de kunsten in Rusland (bijvoorbeeld constructivisme)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Modern theater
- psychologisch realisme (Konstantin Stanislavski) 
- episch theater (Bertolt Brecht);

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Moderne dans
- vernieuwing van de academische dans (bijvoorbeeld Les Ballets Russes) 

- ontstaan moderne theaterdans (bijvoorbeeld Isadora Duncan, Martha Graham)
- dansrages;

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Expressionisme en atonaliteit in muziek
- Expressionisme en atonaliteit in muziek
- Ontstaan nieuwe muzieksoorten: blues & jazz

Voorbeelden/invalshoeken:
Waardering Afro-Amerikaanse muziek (jazz)
Muziek: blues & ragtime
Stravinsky (niet-Europese invloeden op kunstenaar)
Bartok: onderzoek volkscultuur


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Modernistische film
Accenten: 
Ontwikkelingen en experimenten binnen film (Eisenstein, Duits expressionisme, Hollywood, animaties)

Voorbeelden/invalshoeken: 
  • Film als amusement, bv. musicalfilm, Disney animatie

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EXAMENVRAGEN
CULTUUR VAN HET MODERNE

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
Op afbeelding 1 zie je de voorpagina van het Duitse kunst- en cultuurtijdschrift Der Sturm (De storm) uit 1911. Het kunstwerk dat erop afgedrukt staat, is een houtsnede met de titel Tänzerinnen (Danseressen) van de Duitse kunstenaar Ernst Ludwig Kirchner.

Kirchner was met name geïnteresseerd in dansvoorstellingen in het variété, zoals blijkt uit afbeelding 2. Zijn werk wordt gezien als expressionistisch. De houtsnede op afbeelding 2 is hier een voorbeeld van.

-Beschrijf een aspect van de voorstelling op afbeelding 2 dat kenmerkend is voor het expressionisme.
-Beschrijf drie aspecten van de vormgeving op afbeelding 2 die kenmerkend zijn voor het expressionisme.


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afbeelding 1
Voorzijde weekblad Der Sturm (De storm), september 1911
Afbeelding 2
Ernst Ludwig Kirchner, Tänzerinnen (Danseressen), houtsnede, 1911

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorstelling (een van de volgende): 1
 Er is een energieke/wilde/uitbundige dans te zien.
 Er is een niet-academische / exotische dans te zien.
 Er zijn dansende vrouwen te zien (een typisch expressionistisch
thema). 
vormgeving (drie van de volgende): 3
 (vorm) De vormen zijn vereenvoudigd / geabstraheerd.
 (vorm) De vormen zijn hoekig / gedeformeerd.
 (vorm) Sommige vormen bestaan uit dikke lijnen.
 (vorm) De vormen zijn alleen met contouren aangegeven.
 (ruimte) Het beeld is plat (er is weinig dieptewerking).
 (licht) Er is een hard contrast tussen licht en donker / (bijna) geen
schaduw. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MASSACULTUUR

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernconcepten
  • AUTHENTICITEIT
  • KUNSTENAAR ALS ONDERNEMER
  • IDENTITEIT (jeugdcultuur, subcultuur)
  • MASSACULTUUR en ENTERTAINMENT
  • POSTMODERNISME
  • INTERCULTUREEL

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Accenten binnen het onderwerp MASSA vanaf 1950
  1. • invloed van massamedia en internet op de kunsten; globalisering; hoge- en lage cultuur; mainstream en subculturen; jeugdculturen;
  2. • multidisciplinaire kunst; fusion en cross over;
  3. • popart, postmodernistische kunst;
  4. • engagement; activistische kunst;
  5. • film als bioscoop, TV en internetproduct (bijvoorbeeld tv-drama, reality-tv, speelfilms videoclips, vlogs);
  6. • locatietheater, vormingstheater.
  7. • breakdance, hiphop, urban dance; postmoderne dans, minimal dance;
  8. • veelheid aan stromingen in pop-, jazzmuziek en klassieke muziek.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Massamedia
• invloed van massamedia en internet op de kunsten; globalisering; hoge- en lage cultuur; mainstream en subculturen; jeugdculturen;

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de massacultuur vervaagt het verschil tussen ‘lage’ en ‘hoge’ kunsten 

  • HOGE kunst wordt gezien als kunst voor de Elite. 
  • LAGE kunst wordt gezien als kunst voor de ‘gewone’ mens. 
  • Kunst- en cultuurvormen die voorheen slechts voor de elite waren bestemd (‘hoge’ kunst) worden onderdeel van de massacultuur.  
  • Ook komt de (‘lage’ kunst) via kunstenaars als Keith Haring en Andy Warhol in het museum terecht waardoor het ook wordt geaccepteerd door de elite.  

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Fusion & cross over
mengen van stijlen tot iets nieuws

Slide 45 - Tekstslide

Fusion: twee stijlen worden gecombineerd in een kunstwerk tot een nieuwe stijl. Cross over: twee stijlen worden gecombineerd in een kunstwerk. 
3. Popart & postmodernisme

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Renaissance               Modernisme         Post-modernisme

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Engagement & activistische kunst

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. breakdance, hiphop, urban dance; postmoderne dans, minimal dance;

8. veelheid aan stromingen in pop-, jazzmuziek en klassieke muziek.
postmodern

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EXAMENVRAGEN
MASSACULTUUR

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding CSE KUA
De twee belangrijkste dingen voor je toets voorbereiding
LEER: 50%
- De accenten (Syllabus)
- De begrippen en kenmerken van stromingen (lessonup/boek)
OEFENEN: 50%
- Met antwoord geven via kop-romp-staart
- Met de explicitering van begrippen en termen (syllabus)
- Examenopgaven en controleren antwoorden

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies