In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Moduul C&G : Lesdag 2: Feedback
Slide 1 - Tekstslide
POLL
Ik geef zelden feedback.
Ik geef soms feedback.
Ik geef regelmatig feedback.
Ik geef nooit feedback.
Slide 2 - Poll
Waarom geef je wel of juist niet feedback?
Ik vind feedback geven makkelijk.
Ik vind feedback geven moeilijk.
Ik vind feedback geven spannend.
Ik vind feedback geven moeilijk, maar ik doe het wel.
Ik vind feedback geven niet nodig.
Slide 3 - Poll
Ik ervaar feedback als iets negatiefs.
ja
nee
soms
Slide 4 - Poll
Feedback is een cadeautje!
ja, zeker weten!
nee, echt niet!
soms wel, soms niet!
Slide 5 - Poll
wat weet je al? Voorkennis activeren
Slide 6 - Tekstslide
Ik kan goed feedback geven en ontvangen.
A
Ik kan goed feedback geven
B
Ik kan goed feedback ontvangen
C
Ik vind het ontvangen van feedback moeilijk
D
Ik vind het geven van feedback moeilijk
Slide 7 - Quizvraag
Bij opbouwende feedback
A
vertel je duidelijk wat je aan het gedrag van de ander veranderd wilt zien
B
vertel je duidelijk wat je waardeert, wat beter kan en waarom
C
koppel je de informatie van de ene persoon aan de andere terug
D
vertel je duidelijk wat de ander verkeerd doet
Slide 8 - Quizvraag
Wat is 360 graden feedback?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Feedback geven.....
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
TIPS voor de stagebegeleider
Slide 23 - Open vraag
TOPS van de stagebegeleider
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Quiz
Slide 27 - Tekstslide
Feedback geven is een boodschap over ....
A
de fouten van de ander.
B
de persoonlijkheid en het
karakter van de ander.
C
het gedrag of de
prestaties van de ander.
D
de voortgang van jou.
Slide 28 - Quizvraag
Feedback geven is....
A
Is een boodschap over de persoonlijkheid of prestaties van de ander
B
Is een boodschap over de persoonlijkheid en gedrag van de ander.
C
Is een boodschap over de gedrag of de prestaties van de ander
D
Is een boodschap over de persoonlijkheid
Slide 29 - Quizvraag
Wat heeft de Johari- matrix te maken met feedback?
A
Niets
B
Heel veel
C
Geen idee, ik ken de
Johari-matrix niet
D
Ik ken de Johari-matrix wel, maar zie geen verband.
Slide 30 - Quizvraag
Regels bij feedback geven zijn:
A
Benoem meningen, WIJ- vorm toepassen, geef feedback op de persoon en gedrag, geef feedback achteraf.
B
Benoem feiten., Ik- vorm toepassen, geef feedback op gedrag, feedback geven op het juiste moment.
Slide 31 - Quizvraag
Feedback is terugkoppeling gebaseerd op iemands gedrag of prestatie. Doel: de ander inzicht te geven in zijn/haar gedrag en ontwikkelpunten. Met kritiek geef je aan dat je iets niet goed vindt, je keurt iets af.
A
Dit klopt niet; Feedback is het zelfde als kritiek
B
Dit klopt
C
Dit klopt gedeeltelijk
Slide 32 - Quizvraag
Er zijn 3 vormen van feedback, Welke zijn dat?
A
Feedback, Feeddown, feeddeel
B
FeedUP, Feedback, Feedforward
Slide 33 - Quizvraag
Welke manier van feedback ontvangen hoort er niet bij?
A
Je neemt een open houding aan
B
Je luistert aandachtig
C
Je stelt vragen als je iets niet begrijpt
D
Je benoemt ook wat de ander beter kan doen
Slide 34 - Quizvraag
Wat is er met name nodig voor een positief effect van feedback?
A
Vertrouwen
B
Geduld
C
Eigenheid
D
Rust
Slide 35 - Quizvraag
Wat kan je het beste doen als feedback onduidelijk voor je is?
A
Het erbij laten
B
Doorvragen aan die persoon
C
Bespreken met iemand anders
D
Ermee aan de slag gaan
Slide 36 - Quizvraag
Je hebt feedback op twee niveaus Welke antwoord is juist?
A
Inhouds- en bevestigingsniveau
B
Inhouds- en beoordelingsniveau
C
Inhouds- en betrekkingsniveau
D
Alle antwoorden zijn onjuist.
Slide 37 - Quizvraag
Lilian geeft Maureen feedback. Lilian vertelt dat ze de handeling niet goed uitvoert, maar ze zegt er niet bij wat Maureen niet goed doet.
Jeroen en Mathijs zijn goede collega's. Jeroen weet dat hij alles tegen Mathijs kan zeggen, zonder dat hij er boos om wordt .
Nanouk is geïrriteerd en roept tegen Kirsten: 'Jij kan er ook helemaal niets van!'.
De manier waarop je feedback geeft
De relatie die je met de andere hebt
De inhoud van de boodschap
Slide 38 - Sleepvraag
Feedback begin je met....
A
jij
B
ik
C
Zij
D
Wij
Slide 39 - Quizvraag
Bij opbouwende feedback
A
vertel je duidelijk wat je aan het gedrag van de ander veranderd wilt zien
B
vertel je duidelijk wat je waardeert, wat beter kan en waarom
C
koppel je de informatie van de ene persoon aan de andere terug
D
vertel je duidelijk wat de ander verkeerd doet
Slide 40 - Quizvraag
Zuhal had haar presentatie gehouden over motiverende gesprekstechnieken bij cliënten. In de presentatie was zij erg snel in haar manier van communiceren. De feedback van de docent was: Probeer voor de volgende keer rustiger te spreken. Hierbij is er sprake van:
A
Positieve en negatieve feedback
B
Negatieve feedback
C
Positieve feedback
D
Alle antwoorden zijn onjuist
Slide 41 - Quizvraag
Iemand afbranden = Iemand persoonlijk aanvallen, een idee compleet de grond inboren, iemand uitschelden, etc. Dit is ook een vorm van feedback geven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 42 - Quizvraag
Welke manier van feedback ontvangen hoort er NIET bij?
A
Je neemt een open houding aan
B
Je luistert aandachtig
C
Je stelt vragen als je iets niet begrijpt
D
Je benoemt ook wat de ander beter kan doen
Slide 43 - Quizvraag
Regels bij feedback geven
A
Benoem meningen, WIJ- vorm toepassen, geef feedback op de persoon en gedrag, geef feedback achteraf.
B
Benoem feiten., Ik- vorm toepassen, geef feedback op gedrag, feedback geven op het juiste moment.
Slide 44 - Quizvraag
Welke antwoord is juist? (2 antwoorden goed)
A
Feedback geef je wanneer jou het beste uitkomt. Dat mag ook best na 3 maanden.
B
Gebruik woorden als ALTIJD, NOOIT niet als je feedback geeft.
C
Als we kijken naar het betrekkingsniveau dan gaat het over HOE een boodschap opgevat
moet worden.
D
Binnen het inhoudsniveau gaat het alleen om de belangen van de feedbackgever.
Slide 45 - Quizvraag
In de Johari-matrix betekent de blinde vlek:
A
Bekend bij jezelf / Bekend bij de ander
B
Onbekend bij jezelf / Onbekend bij de ander
C
Onbekend bij jezelf / Bekend bij de ander
D
Bekend bij jezelf / Onbekend bij de ander
Slide 46 - Quizvraag
Je kunt feedback geven op...... (3 antwoorden goed):