Vrijheid, waarden les 1 3B

• Godsdienst
• Basisschool
• Groep 3

Vrijheid

Vrijheid

Doelen: 

Je herkent dat vrijheid voor jou een waarde is en denkt na over welke regels en normen (grenzen) daar voor jou bij horen. 

Je begrijp wat wat waarden zijn en hoe die samenhangen met regels en normen. 

Plan:

1. Terughalen onderwerp. 

2. Bespreken vragen eerste beelden.

3. Zelfstandig werken aan vragen Inleiding en par. 1, verder lezen par. 1. 

Of: eerst naar het tweede fragment kijken. 

Waar vind jij dat je vrijheid ophoudt?

Vind je dat als niemand je kan horen, mag je dan zeggen wat je wilt?

JA

Nee

Vind je dat als je onder vrienden bent, je mag zeggen wat je wilt?

JA

Nee

Vind je dat als je in de klas bent, je mag zeggen wat je wilt?

JA

Nee

Vind je dat je altijd mag zeggen wat je wilt zo lang het feitelijk waar is?

JA

Nee

Vind je dat je onder vrienden altijd mag zeggen wat je wilt, zo lang het feitelijk waar is?

JA

Nee

Vind je dat je in de klas mag zeggen wat je wilt, zo lang het feitelijk waar is?

JA

Nee

Vind je dat iedereen het recht heeft zijn eigen studie te kiezen? Ongeacht wat ouders of anderen daarvan vinden?

JA

Nee

Vind je dat iedereen het recht heeft zijn eigen partner te kiezen? Ongeacht wat ouders of anderen daarvan vinden?

JA

Nee

Vind je dat jij het recht hebt zelf te bepalen wat je eet en drinkt? Ongeacht wat je ouders daarvan vinden?

JA

Nee

Vind je dat iedere volwassene het recht heeft te bepalen wat hij/zij eet en drinkt? Ongeacht wat anderen vinden of wat het met de gezondheid doet?

JA

Nee

Vind je dat iedere volwassene het recht heeft te bepalen wat hij/zij eet en drinkt? Ongeacht wat anderen vinden of wat het met de gezondheid doet?

JA

Nee

Hoeveel is je vrijheid je waard?

Je wil met iemand trouwen, maar je partner wil dat alleen als je de godsdienst van zijn/ haar familie aanneemt.

Doen. (Godsdienstvrijheid is niet zo belangrijk voor mij.)

Niet doen. (Godsdienstvrijheid is wel belangrijk voor mij.)

Je wil met iemand trouwen, maar je partner wil dat alleen als je de politieke voorkeur van zijn/ haar familie overneemt.

Doen. (Democratie is niet zo belangrijk voor mij.)

Niet doen. (Democratie is wel belangrijk voor mij.)

Je wil een nieuwe baan, maar komt alleen in aanmerking als je geen kritiek uit op niet-democratische handelspartners.

Doen. Werk / geld is belangrijker dan voor je idealen opkomen.

Niet doen. Voor je idealen opkomen is belangrijker dan werk/ geld.

Je wil een nieuwe baan, maar komt alleen in aanmerking als je geen kritiek uit op niet-democratische handelspartners.

Doen. Werk / geld is belangrijker dan voor je idealen opkomen.

Niet doen. Voor je idealen opkomen is belangrijker dan werk/ geld.