Persoonsvorm middenbouw

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Video

Het meisje heeft een blauwe broek aan.
A
het meisje
B
heeft
C
blauwe
D
broek

Slide 3 - Quizvraag

Hij heeft door het bos gelopen.
A
gelopen
B
hij
C
heeft
D
het bos

Slide 4 - Quizvraag

Kookt hij een lekker gerecht?
A
hij
B
kookt
C
lekker
D
gerecht

Slide 5 - Quizvraag

Zij wil het lekkere gebakje opeten.
A
wil
B
zij
C
opeten
D
gebakje

Slide 6 - Quizvraag

De jongens zijn fijn aan het voetballen.

Slide 7 - Open vraag

De kast is gemaakt van beukenhout.

Slide 8 - Open vraag

De kinderen knikkeren met de mooie knikkers.

Slide 9 - Open vraag

Houd jij heel erg van chocola?

Slide 10 - Open vraag

De schipper vaart over de zee.

Slide 11 - Open vraag

Blaft de hond hard tegen de inbreker?

Slide 12 - Open vraag

In het ziekenhuis liggen veel zieke mensen.

Slide 13 - Open vraag

Snap jij hoe je de persoonsvorm moet vinden?

Slide 14 - Open vraag


Ik snap heel goed hoe ik een persoonsvorm moet vinden.
Ik kan de persoonsvorm meestal wel vinden. Soms vind ik het nog lastig.
Ik vind het vinden van de persoonsvorm nog erg lastig.

Slide 15 - Poll