Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Much and many revision
Welcome to today's
English lesson!
With Ms Frijns
Who is this ?
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome to today's
English lesson!
With Ms Frijns
Who is this ?
Slide 1 - Tekstslide
By the end of this lesson, you...
...have revised much & many.
...have revised the past simple.
...understand how irregular verbs work.
Slide 2 - Tekstslide
Table of Contents
Revision: much/ many + past simple
Explanation: Irregular verbs
Work on the weektask
Slide 3 - Tekstslide
There's so ...... grass outside!
A
many
B
much
Slide 4 - Quizvraag
I've eaten so ..... chocolate eggs during easter!
A
Many
B
Much
Slide 5 - Quizvraag
We have way too ___ homework!
A
many
B
much
Slide 6 - Quizvraag
There are ..... trees outside
A
Many
B
Much
Slide 7 - Quizvraag
I don't have .... water left in this bottle. Luckily, I've got ..... more bottles of water!
A
Much/Much
B
Many/much
C
Many/Many
D
Much/many
Slide 8 - Quizvraag
I understand how to use much/many
A
YES!
B
Sort of, I still need to study a little.
C
Mwa, I still need to study a lot.
D
No, help me please!
Slide 9 - Quizvraag
That's (John) house
A
Johns'
B
John's
Slide 10 - Quizvraag
This is (Bas) book
A
Bas's
B
Bas'
Slide 11 - Quizvraag
These are the (children) toys
A
Children's
B
Childrens'
C
Childrens
Slide 12 - Quizvraag
These are the (kids) toys
A
kids'
B
kid's
C
kids
Slide 13 - Quizvraag
Which sentence is grammatically correct?
A
The headlight of my car is broken
B
My car's headlight is broken
Slide 14 - Quizvraag
I now know how to use the possessive s: 's ' or of
A
YES!
B
Sort of, I still need to study
C
Mwa, I still need to study a lot
D
No, help me please!
Slide 15 - Quizvraag
Samenvattend
many = telbaar/countable
much = niet telbaar/ uncountable
's, bezit aanduiden van mensen, dieren en dingen
's, meervoud van woorden die niet eindigen op -s
', wanneer het meervoud van een woord al eindigt op -s
of, geografische namen
Slide 16 - Tekstslide
Klopt!
Klopt niet!
Een regelmatige past simple (+) eindigt altijd op -ed
Onregelmatige vormen moet je uit je hoofd leren
Je gebruikt de past simple voor dingen die altijd waar zijn.
Je ontkent een past simple door 'didn't + het hele werkwoord' te gebruiken
Je maakt vragen in de past simple door 'did' vooraan de zin te zetten.
In de past simple staat altijd een tijdsbepaling
Slide 17 - Sleepvraag
The Past Simple: Gebruik en vorm
Wanneer
gebruik je de past simple?
Je gebruikt de past simple wanneer iets in het
verleden
is gebeurt en nu is afgelopen.
Als er een
tijdsbepaling
in de zin staat.(yesterday, last night)
Hoe ziet de Past Simple eruit?
Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
ww + ed (bv. stay - stay
ed
, walk - walk
ed
)
Slide 18 - Tekstslide
The Past Simple: Gebruik en vorm
Wanneer gebruik je de past simple?
Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen.
Als er een tijdsbepaling in de zin staat.
Hoe ziet de Past Simple eruit?
Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
ww + ed (bv. stay - stay
ed
, walk - walk
ed
)
Let op!
Onregelmatige werkwoorden hebben een andere vorm!
Slide 19 - Tekstslide
Let's Practise!
Slide 20 - Tekstslide
Put the following sentence in the past simple:
Shaila ... (drop) her son off at school.
A
dropped
B
was dropped
C
was dropping
D
were dropping
Slide 21 - Quizvraag
Put the following sentence in the past simple:
I ... (teach) myself to play the piano.
A
teached
B
taught
C
teacht
D
taucht
Slide 22 - Quizvraag
Put the following sentence in the past simple:
Zoe ... (cry) when she first saw Titanic.
A
cryed
B
cryet
C
cried
D
criet
Slide 23 - Quizvraag
Put the following sentence in the past simple:
Andrea ... (travel) all the way to Marokko.
A
traveled
B
travelled
C
travelt
D
travellet
Slide 24 - Quizvraag
Put the following sentence in the past simple:
I ... (teach) myself to play the piano.
A
teached
B
taught
C
teacht
D
taucht
Slide 25 - Quizvraag
Put the following sentence in the past simple:
They ... (write) a novel over summer.
A
write
B
wrote
C
written
D
writed
Slide 26 - Quizvraag
Put the following sentence in the past simple:
They ... (be) at the trainstation when I ...(call).
A
are, call
B
were, calls
C
was, called
D
were, called
Slide 27 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Past Simple Group B
September 2023
- Les met
22 slides
English
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Past simple + Past continuous (self-practise)
September 2024
- Les met
42 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Past Simple + Past Continuous (revision, 2D)
September 2024
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Past Simple/ Past Continuous (herhaling)
January 2023
- Les met
47 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Past Simple Group C
September 2023
- Les met
38 slides
English
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
(WEEK 3) 2B1 - 3.3 Past Simple & 3.4 Much/Many/(a)Little/(a)Few
January 2021
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Past Simple Group A
September 2023
- Les met
30 slides
English
Middelbare school
havo
Leerjaar 2